Cultuur & boeken

Johan Janse berijmt psalmen en gezangen

Johan Janse mengde zich twee jaar geleden in de discussie over herziening van de psalmberijming van 1773. Hij vond toen „dat een geheel nieuwe berijming profijtelijker zal zijn dan een herziene oude.” In zijn eerste dichtbundel laat hij zien wat hem voor ogen staat.

Enny de Bruijn
28 October 2009 07:39Gewijzigd op 14 November 2020 08:59

”Verlangend uitzien” bevat berijmingen van psalmen en andere Bijbelgedeelten, naast nieuwe vertalingen van bekende gezangen. Alle teksten zijn zingbaar op de vertrouwde melodieën. De website van de dichter brengt de liederen bovendien nadrukkelijk onder de aandacht van koren, componisten en organisatoren van psalmzangavonden – kennelijk is het zijn bedoeling om het stichtelijke zingen in hedendaagse taal te stimuleren. Is het niet in de kerkdiensten, dan toch erbuiten.Dat is een loffelijk streven, waar ook veel moed voor nodig is. De idealen van Janse, zoals hij die een paar jaar geleden verwoordde, mogen er wat dat betreft zijn. Over het berijmen van psalmen schreef hij: „Met als uitgangspunt de oude onberijmde tekst, is heel goed iets nieuws te maken, dat hedendaagser, en dus toegankelijker is dan oude berijmingen, en tevens dichter bij de oorspronkelijke, onberijmde tekst staat.” De vraag is nu: is hem dat gelukt?

In grote lijnen wel, denk ik. Zijn taal is in veel gevallen iets hedendaagser en toegankelijker dan die van de psalmberijming van 1773 – hoewel het best nóg hedendaagser kan. Meestal blijft hij ook iets dichter bij de tekst van de Statenvertaling.

Maar dat heeft wél zijn prijs. Juist die volgzaamheid leidt vaak tot stoplappen, tot moeilijk zingbare regels met een verkeerde zinsritmiek, tot onlogische rijmwoorden, tot archaïsmen. Probeer psalm 19:2 eens te zingen: „Zij zendt haar stralen rond,/ als z’in de morgenstond/ vrolijk haar loop begint;/ het pad voor haar gesteld,/ waar niemand ooit vertelt/ dat hem haar gloed niet vindt.”

Dat klinkt nogal gekunsteld: er is weinig overgebleven van het grootse en poëtische „als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer, vrolijk als een held om het pad te lopen.” Trouwens, hier wordt meteen zichtbaar dat Janse er niet aan ontkomt om regels bij te snijden en op te vullen met nieuwe woorden. Dat geeft op zichzelf niet, alle psalmberijmers doen het. De kwaliteit van een berijming staat of valt echter met de kwaliteit van de aanvullingen.

Nog belangrijker is de toon. Het is moeilijk om daar een vinger op te leggen, want Janse gebruikt zéker het register van de Statenvertaling. Toch verkleurt de tekst regelmatig onder zijn handen van Joodse poëzie tot bevindelijk gereformeerde liedkunst. Neem Psalm 8: „Wat is de mens, dat U hem wilt gedenken,/ en altijd nog Uw zegeningen schenken,/ het adamskind, dat U hem nog bezoekt?/ Om hem is deze aarde toch vervloekt?” Daar verandert de toon van David in de refotoon – zij het dat dat gelukkig niet in elke Bijbelberijming het geval is.

De storende elementen zijn vaak maar heel klein, maar samen hebben ze veel impact. Daarmee zijn deze liederen en psalmen niet echt slecht berijmd, maar toch te weinig vloeiend en dichterlijk om werkelijk het hart te raken.

N.a.v. ”Verlangend uitzien. Bijbelse poëzie”, door Johan Janse; uitg. Den Hertog, Houten, 2009; ISBN 978 90 331 2114 2; 64 blz.; € 12,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer