„Aarde van onze kindskinderen geleend”
Van de komende klimaattop in Kopenhagen verwacht hij hooguit een „partieel succes.” Veel belangrijker vindt hij de ethische bewustwording rond klimaatverandering. Oud-premier Ruud Lubbers: „We hebben deze aarde van onze kindskinderen geleend.”
De illustere Club van Rome vergaderde maandag en dinsdag in Amsterdam over klimaatverandering en economisch herstel. Prof. R. F. M. Lubbers is sinds 1996 lid van deze internationale denktank en zet zich onder andere in voor het Rotterdam Climate Initiative en het Nederlandse Energy Research Center. „Toen ik afscheid nam als premier vroeg de koningin me naar mijn toekomstplannen. Toen ik over wat bijbaantjes begon, vond ze dat ik toch in elk geval wel lid van de Club van Rome moest worden”, grapt hij in het Muziekgebouw aan het IJ waar de conferentie van de Club van Rome plaatshad.Er wordt op veel niveaus over klimaatverandering gesproken. Is de Club van Rome wel het juiste platform om dit thema aan de orde te stellen?
„Deze bijeenkomst in Amsterdam is slechts een stap op een lange weg. Niet meer en niet minder. Het is zeker nuttig om hier in Amsterdam een signaal af te geven dat er haast moet worden gemaakt met maatregelen in de strijd tegen klimaatverandering, maar we moeten het belang van deze vergadering ook niet overdrijven.”
Tot nu toe zijn de verwachtingen van de klimaattop in Kopenhagen –in december– niet bijster positief.
„Het grote probleem is dat de problematiek wordt gecompartimenteerd. Op zo’n top mag bijvoorbeeld alleen over uitstoot van broeikasgassen worden gesproken, maar je mag het niet over economisch herstel hebben. Binnen de Club van Rome hebben we een oude traditie om de verschillende dimensies juist aan elkaar te verbinden.”
Herkent u dat ‘compartimenteren’ uit uw eigen politieke loopbaan?
„Zeer zeker, het is een beproefde truc. Neem de huidige financiële crisis. De discussie spitst zich toe op beter toezicht op de banken en het beheersen van de bonuscultuur. Intussen vergeten we dat de reële economie in de problemen is.”
Wat verwacht u eigenlijk van de klimaattop in Kopenhagen?
„Laat ik voorop stellen dat in Kopenhagen een groot aantal vakmensen zich op serieuze wijze met dit thema zal bezighouden. Toch verwacht ik hooguit een partieel succes van de top. ‘Kopenhagen’ moet je ook niet puur zien als een overeenkomst tussen diplomaten. Het gaat niet alleen om een technische regeling, maar vooral om een ethische bewustwording. Vanuit de gedachte dat we met z’n allen in één boot zitten en met elkaar een dringende behoefte aan duurzaamheid hebben. We hebben deze aarde van onze kindskinderen geleend. We hebben tegenwoordig de neiging om ethiek niet meer belangrijk te vinden. Maar juist vanuit een ethische overtuiging kun je de dingen stevig aanpakken.
Daarbij is het overigens wel van essentieel belang dat de politieke sturing spoort met wat er in het bedrijfsleven en in de maatschappij in het algemeen gebeurt. Alleen dan kan het iets worden.”
Nu wordt Europa aan alle kanten opgeroepen om werk van het bestrijden van klimaatverandering te maken. Terwijl iedereen weet dat het slagen van die inspanningen toch vooral van landen als de Verenigde Staten en China afhangt.
„Dat is natuurlijk zo, hoewel landen als Brazilië en India in dit verband ook niet onbelangrijk zijn. Ik ben van mening dat de Verenigde Staten onder president Obama bezig zijn aan een goede nieuwe start. Er is op klimaatgebied al een aantal belangrijke nieuwe initiatieven genomen. George Bush had de stelregel: individuele Amerikaanse staten mogen doen wat ze willen, maar dat moet nooit een effect op de VS als geheel hebben. Obama draait het paradigma om: als ze in Californië iets moois doen, kunnen we dat tot een federaal initiatief verheffen.”
Maar Obama beslist niet in zijn eentje.
„Nee, hij heeft met de Amerikaanse politiek te maken. Maar hij durft wel de discussie te voeren. Neem zijn oproep om nucleaire wapens op termijn uit te bannen, waarover hij met Moskou in gesprek is gegaan. Met alle reserves die je kunt hebben, denk ik toch dat de top in Kopenhagen met meer wind in de zeilen van start zal gaan. Laat Europa in elk geval zijn verantwoordelijkheid nemen. Misschien kan ons goede voorbeeld de Verenigde Staten een beetje opjagen.”