„Mussert was niet kleurloos”
Vanuit het niets bouwde ir. A. A. Mussert de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) op. In hun dinsdag verschenen studie onderschrijven E. Klijn en R. te Slaa het bestaande beeld van Mussert als een sterk organisator en bekwaam bemiddelaar, als iemand die begin jaren dertig bekendstond „als een fatsoenlijke man, die kon bogen op een respectabele maatschappelijke carrière.”
Dr. L. de Jong noemde Mussert „in al zijn beperktheden en in zijn betrekkelijke gematigdheid een typische Nederlandse kleinburger.” Dr. A. A. de Jonge verweet de NSB-leider „geestelijk nihilisme.”Deze typeringen gaan te ver, vinden Klijn en Te Slaa. „Mussert was niet zozeer kleurloos, maar veeleer pragmatisch en opportunistisch.” Het was kenmerkend voor het fascisme dat het in elk land een variant ontwikkelde die bij de culturele traditie paste. Er bestonden grote verschillen tussen de Spaanse Falange, de Engelse Buf, de Kroatische Ustasa, het Belgische Verdinaso en de Nederlandse NSB. In Nederland werd het fascisme ook niet, zoals in Italië en Duitsland, gestempeld door vernederingen die het land aan het eind van de Eerste Wereldoorlog had moeten ondergaan.
„Al met al was het Nederlandse fascisme in het algemeen minder fanatiek en gewelddadig dan het fascisme in andere landen. Dat was de stijl die Mussert koos”, zegt Te Slaa. „Hij zag dat als de stijl die in Nederland de grootste kans op succes had. Daar ging het om: het einddoel was belangrijk en het was zaak de slimste weg te kiezen.”
Daarin leek Mussert op de Italiaanse leider Mussolini. „Systemen zijn illusies, theorieën zijn gevangenissen”, beweerde Il Duce. Het ging niet in de eerste plaats om beginselen, het ging om de daad, om samenbindende geestdrift, op weg naar het doel. „Het is dikwijls onvoldoende erkend dat Mussert zich voor wat betreft zijn theoretische pragmatisme in feite een typische fascistenleider toonde”, schrijven Klijn en Te Slaa.
Mussert gaf de leden van zijn beweging een nieuw gevoel van eigenwaarde door hen met functies en titels te bedelen. Hij gaf hun ook veel vrijheid, zolang de reputatie van zijn beweging maar niet in het geding kwam.
De massamanifestaties van de NSB en de nadruk op eensgezindheid, daadkracht en gehoorzaamheid hadden grote psychologische betekenis. Dat beseften andere partijen ook. Ook zij organiseerden marsen –zelfs geüniformeerd– en landdagen. „Door zich te bedienen van dezelfde propagandamiddelen als de fascistische en de communistische vijanden probeerden tegenstanders de aantrekkingskracht van de totalitaire bewegingen te ondermijnen.”