Karadzic boycot begin proces tribunaal
Radovan Karadzic boycot het begin van zijn proces voor het Joegoslavië–Tribunaal aanstaande maandag. De ex–president van Republika Srpska wil niet voor de Haagse VN–rechters verschijnen omdat hij onvoldoende tijd heeft gehad om zijn verdediging voor te bereiden. Dit blijkt uit een brief van de voormalige Bosnisch–Servische leider aan de rechters waarin het ANP donderdagochtend inzage heeft gehad.
Karadzic klaagt dat de aanklagers hem hebben „begraven onder 1 miljoen pagina’s" materiaal die hij nog niet allemaal heeft kunnen lezen. „Ik informeer u bij deze dat mijn verdediging niet klaar is voor mijn proces dat zoals gepland zou moeten beginnen op 26 oktober, en dat ik daarom op die datum niet voor u zal verschijnen", aldus Karadzic in zijn brief aan de rechters.„Ik en mijn hele team zullen op de meest intense manier aan de voorbereidingen werken", aldus Karadzic. „Zodra ik voorbereid zal zijn, zal ik de strafkamer en het Bureau van de Hoofdaanklager graag enkele weken van tevoren informeren".
Eerder had Karadzic vergeefs via de Kamer van Beroep van het tribunaal geprobeerd tien maanden extra voorbereidingstijd te krijgen. De beroepsrechters vonden dat de verdachte, die vijftien maanden geleden, in juli 2008, in Belgrado werd opgepakt, voldoende voorbereidingstijd heeft gehad.
Volgens Karadzic zou het „mijn enige misdaad" zijn als hij onder de huidige omstandigheden begint aan het proces waarin hij zich zelf verdedigd, geadviseerd door een groep juristen onder leiding van de ervaren Amerikaanse advocaat Peter Robinson. Zijn zaak is immers „de grootste, meest complexe, belangrijkste en gevoeligste zaak ooit voor dit tribunaal". Het proces moet „de definitieve waarheid" over de oorlog in Bosnië (1992/95) aan het licht brengen en zal „de toekomstige betrekkingen tussen de volkeren" op de Balkan bepalen.
Karadzic zal zich onder meer moeten verantwoorden voor zijn veronderstelde rol bij de genocide na de val van Srebrenica en voor oorlogsmisdaden tijdens de belegering van Sarajevo. De procedureregels van het tribunaal voorzien niet in berechting bij verstek.