Arminius (IV)
Al was J. C. Philpot mogelijk geen vooraanstaand theoloog, hij had als weinig anderen de gave om de juiste woorden te vertolken aangaande het geloof. In de discussie over Arminius (RD 8-10) werd mijn aandacht gevestigd op het gedeelte uit zijn dagboek ”Troost, troost, Mijn volk”.
„Als de gezegende Zon der gerechtigheid door de donkere wolk heen schijnt en de koude, donkere ziel verwarmt, dan kan zij net zomin níét in Hem geloven, als ze voordien wel in Hem kon geloven. We kunnen net zomin weigeren te geloven als het geloof in het hart geschonken wordt, als we wél kunnen geloven voordat het geloof wordt geschonken.”M. Vos
Bergstraat 23
Wijk en Aalburg
In het redactionele commentaar (RD 13-10) speelt ook u de zwarte piet toe aan Lakeman. Zijn oproep spaargelden weg te halen bij de DSB kwalificeert u als een onbesuisde actie. Een strafrechterlijk onderzoek billijkt u zelfs.
U weet dat Lakeman jaar in jaar uit de vinger legt op de zieke plekken in de bank- en ondernemerswereld. Het vertrouwen in verzekeringsmaatschappijen en banken is de laatste jaren ernstig ondermijnd. Dat is niet de schuld van Lakeman. Banken en assuradeurs smeren polissen en hypotheken aan en beloven de cliënt van alles en nog wat. Regels en kleine lettertjes waar mensen zich bij het afsluiten van een hypotheek aan verbinden, blijken desastreus uit te kunnen werken.
Het sluitstuk waardoor vertrouwen in wantrouwen verandert, vormt tenslotte de bonuscultuur. Zo’n hoge pet heeft de gemiddelde Nederlander niet meer op van raden van bestuur en raden van toezicht.
Ja, we zijn zelf verantwoordelijk voor onze daden. Maar ook als er sprake is van misleiding? Lakeman is geen heilige, zeker niet, maar deze econometrist waarschuwt al jaren voor oneerlijke praktijken. Hebben de Autoriteit Financiële Markt, De Nederlandsche Bank of de politiek zich iets van zijn waarschuwingen aangetrokken?
A. Vos
Kloosterwiel 55
5301 WH Zaltbommel
Een nationale synode. Welke oprechte christen, die lijdt aan de verdeeldheid van de kerk, zou het niet graag willen? (RD 14-10) Er is de laatste tijd in de protestantse kerken meer oog voor de schuld van de kerkelijke verdeeldheid, waar welhaast elke kerk of groepering mee te maken heeft. Van zo’n nationale synode zou in een tijd van sterke individualisering een goed gemeenschappelijk getuigenis naar de wereld kunnen uitgaan.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de kerken zelf, nog veel meer dan in 1618-1619, uitermate verdeeld zijn en ook onderling enorm verschillen. Waar de een de in het verleden ontstane belijdenisgeschriften koestert, heeft de ander die al lang in het museum geplaatst en acht die niet meer relevant voor deze tijd. Ook de visies op het Woord van God liggen zo ver uit elkaar dat te vrezen is dat de menselijke kijk daarop en niet het Woord zelf op de voorgrond staat.
Ik zie niet in hoe er een goed getuigenis in ons land en volk kan uitgaan als eenheid en waarheid niet hand in hand gaan. Soms verdelen de bijzaken mensen en kerken. Maar verenigen de hoofdzaken ons zo dat een nationale synode het (aloude) christelijk getuigenis in de huidige Nederlandse samenleving zou kunnen bevorderen?
Verootmoediging, schuld belijden en wederkeer tot de levende God zijn volgens mij eerst nodig voordat er sprake kan zijn van een vruchtbare synode.
J. ten Hove
Speltakker 30
8091 NP Wezep
Met verbazing heb ik het commentaar gelezen (RD 14-10) over de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer. Hierin werd ook teruggegrepen naar het begrotingsdebat in de Tweede Kamer dat voor onze premier niet zo goed verliep. Vooral de gekozen woorden over het optreden van de pemier –„die stond er dit keer niet bij alsof hij net van een vreemde planeet op de aarde was geland, maar toonde zich uitgeslapen”– hebben me verwonderd.
Laten we toch ook in deze ons blijvend onderscheiden van andere media. Met meer respect schrijven en spreken over hen die over ons gesteld zijn. En ook met hun zwakheid en gebreken geduld hebben, aangezien het Gode belieft ons door hun hand te regeren.
A. P. Butijn
Bromelia 7
3247 DE Dirksland