Grof geschut
Politici hebben het helemaal mis als ze denken dat heldere straattaal meer waardering oogst dan beschaafd taalgebruik. Zowel jongeren als volwassenen vinden het onfatsoenlijk en onaantrekkelijk als een Kamerlid woorden in de mond neemt als „een rotschop” en „knettergek.” Dat blijkt uit onderzoek naar het taalgebruik van politici van de Tilburgse hoogleraar tekstkwaliteit Renkema.
De hoogleraar legde 360 proefpersonen fictieve teksten van politici voor. Jongeren hadden een voorkeur voor een tekst met ruwere woorden. Maar net als ouderen waardeerden zij de grofgebekte sprekers uiteindelijk lager dan degenen die correct en met twee woorden spraken. Volgens Renkema blijkt uit zijn onderzoek dat politici ten onrechte aannemen dat hun boodschap beter overkomt als ze de „taal van de straat” gebruiken.Intussen spreken Kamerleden in het parlement steeds vaker alsof ze in hun stamkroeg staan. Staatssecretaris „Albayrak heeft de daadkracht van een aardbei”, zei PVV-Kamerlid Fritsma vorige week nog. GroenLinks-Kamerlid Van Gent verweet PVV’er Brinkman dat hij „een grote waffel” heeft. En SP-Kamerlid Marijnissen noemde minister Koenders een paar maanden geleden nog „een flapdrol.”
Wat Renkema niet onderzocht is of mensen sneller geneigd zijn een tekst met grove taal te lezen dan een zonder grof geschut. Dat zou nog interessant kunnen zijn. Want de proefpersonen in het onderzoek hebben dan misschien liever dat politici geen grove taal bezigen, dat wil niet zeggen dat politici die straattaal bezigen, minder populair zijn. Grofgebekte politici blijven de aandacht trekken. De partij van Wilders, die ooit eens een minister „knettergek” noemde, staat in de peilingen al maanden op zo’n dertig zetels.
PJD
Tour de Frans
Stilzitten is er deze week niet bij voor staatssecretaris Frans Timmermans van Europese Zaken. De bewindman gaat „op geheel eigen wijze invulling geven aan het herfstreces”, aldus een persbericht van zijn ministerie.
Weer of geen weer, gedurende drie dagen zal Timmermans op de fiets de grensstreek tussen Nederland en België doorkruisen, een Tour de Frans zogezegd. Dat doet hij om her en der te praten met mensen over het dagelijks leven in het grensgebied en om te horen hoe er aan weerszijden over de grenzenloze Europese Unie wordt gedacht.
De staatssecretaris vertrekt morgen vanuit Heerlen met 300 kilometer trappen in het vooruitzicht. Zijn tocht voert van Nederlands Limburg via Belgisch Limburg, Oost-Vlaanderen naar de provincies Antwerpen, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland.
Waar andere bewindslieden het land wel zo’n beetje hebben gezien na de honderddagentour kort na het aantreden van het kabinet, kan Timmermans er geen genoeg van krijgen.
Eerder dit jaar reisde hij 27 uur non-stop door ons land. Later reed hij met een vrachtwagenchauffeur mee door het Botlekgebied. Twee jaar geleden zat hij ook al in een vrachtwagen, om met eigen ogen te zien wat de komst van goedkope Poolse chauffeurs in de praktijk betekent.
De PvdA’er Timmermans brengt in de praktijk wat zijn partijvoorzitter, Ploumen, al haar partijgenoten steeds aanraadt: „De paden op, de lanen in!”
Dat is deze week, waarin de Kamer reces heeft en waarin de weersverwachting gunstig oogt, vast geen straf.
KdG
Zwaar beroep
De verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar leidt vooral bij de linkse partijen tot heftige protesten. SP-fractievoorzitter Kant demonstreerde vrijdag net buiten het Binnenhof in Den Haag bij een monument ter ere van vadertje Drees, die in 1957 zorgde voor de invoering van de AOW.
„De PvdA-achterban hijst de stormbal”, zo kopte het dagblad Trouw zaterdag. Partijleider Bos verdedigde zich al bij voorbaat: „Ik leid de Partij van de ARBEID. Dat betekent dat het een essentieel onderdeel van mijn politieke overtuiging is dat werk –arbeid– belangrijk is voor mensen”, zei de vicepremier en minister van Financiën vrijdag na afloop van het kabinetsberaad.
„Mijn generatie is de klos. Dat is niet erg”, zo voegde de 46-jarige sociaaldemocraat er aan toe.
Een grote hobbel die de overheid bij de AOW-discussie nog moet nemen is de vraag wat wordt verstaan onder een zwaar beroep. Een werkgever die iemand in dienst heeft die dertig jaar een zwaar beroep heeft verricht, moet een aanbod doen voor een baan met lichtere werkzaamheden.
Maar wat is een zwaar beroep? Gaat het dan alleen om bouwvakkers en stratenmakers? Of gaat het dan ook over vuilnisophalers en Kamerleden?
CDA-Kamerlid Van Hijum was de afgelopen weken nauw betrokken bij gesprekken tussen de regeringsfracties en het kabinet over de AOW. „Chronische slaaptekorten, slecht eten en inspannende onderhandelingen en overleggen eisen zo langzamerhand wel hun tol”, zo twitterde Van Hijum vorige week. „Dus jullie maken nu een clausule waarbij Kamerlid ook onder de zware beroepen valt”, zo twitterde een woordvoerster van de CDA-fractie ad rem.
Wie heel snel klaar is met deze suggestie is de voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO-NCW, Wientjes. Die stelde dat de omschrijving van het begrip zware beroepen ertoe moet leiden dat er maar heel weinig beroepen onder vallen. Als er veel mensen alsnog eerder met pensioen kunnen, dan hebben overheid en samenleving er nog niets aan. „Dan had je het hele circus niet hoeven te organiseren.”
GV
Agenda
De Tweede Kamer is deze week met herfstreces.