Bezemen om snelheid te maken

Het lijkt zo eenvoudig. Een gladde, granieten steen in een cirkel aan het eind van een 44,5 meter lange ijsbaan tot stilstand laten komen. „Jeu de boules op ijs”, schamperen critici over curling. Toch vraagt het gooien met stenen ’strijkbouten’ de nodige tact, behendigheid en concentratievermogen. Een kennismaking. Bezems in de aanslag.

14 February 2003 16:58Gewijzigd op 14 November 2020 00:08
Curling lijkt zo eenvoudig, maar het spel vereist behendigheid en concentratie. - Foto RD
Curling lijkt zo eenvoudig, maar het spel vereist behendigheid en concentratie. - Foto RD

Wengen is bedekt met een dik pak versgevallen sneeuw. Het nostalgische, autovrije bergdorpje in de Zwitserse Alpen is alleen per trein bereikbaar. Een paar keer per dag baant een tandradbaan zich een weg over de besneeuwde berghellingen naar boven. Auto’s en vrachtauto’s moeten halverwege, in Lauterbrunnen, blijven staan.

In het dorpje, in de schaduw van de machtige Jungfrau, liggen drie speciale, overdekte curlingbanen. Zwitserland heeft de entourage bij uitstek voor een nadere kennismaking met het spel. Op de ijsvloer houden twee ijsmeesters de kwaliteit nauwlettend in de gaten. Elke oneffenheid of beschadiging kan ingrijpende gevolgen hebben op het verloop van het spel. Met een sproeikop sproeien ze vlak voor een wedstrijd kleine druppeltjes water op het ijs. De stukken graniet glijden over de bevroren druppels water naar hun doel.

Onder het ijs zijn duidelijke belijningen aangebracht. Een dubbele cirkel aan het ene eind van de baan en een dubbele cirkel aan het andere eind van de baan. De cirkels worden eerbiedig huizen genoemd. Schietschijven, zeggen anderen spottend.

Het doel van het spel is om kegels van de tegenpartij uit het ’huis’ te kegelen, maar tegelijkertijd je eigen strijkijzer erin te schuiven. Twee teams van vier spelers schuiven om de beurt hun iets uitgeholde steen (”stone”) van 19 kilo over het ijs richting de cirkel (het huis) met een doorsnee van 3,66 meter.

Elke speler speelt twee stenen per ronde. Een wedstrijd telt tien ronden. Een team krijgt een punt per steen die aan het einde van een beurt dichter bij de ”button” (het midden van het huis) ligt dan de stenen van de tegenpartij. Het team dat de ronde wint, mag de volgende beurt beginnen.

Een ijsmeester deelt in Wengen de benodigde attributen uit. Een Sorbo-bezem, een handvol loodzware, granieten stenen en een sok. „Mensen die rechts zijn doen de sok om hun linkerschoen, mensen die links zijn doen hem om hun rechterschoen”, legt de leraar uit. Met één gladde sok en één stroeve schoen kan de deelnemer zich razendsnel over het spiegelgladde ijs bewegen. Wie zich te enthousiast uit de voeten maakt, belandt op de keiharde ijsvloer.

De instructeur demonstreert het spel. Hij buigt voorover, zoekt gesteund door de bezem een goede balans, zet z’n linkerbeen voor, rechterbeen achter, pakt een steen bij het handvat, zakt door de knieën en zet zich af. Instructeur en steen glijden over het ijs. Enkele meters van de kant laat hij de steen behoedzaam, gecontroleerd uit z’n handen glijden. De steen scheert verder over het ijs richting de andere kant van de baan. De kunst is de stone exact op het juiste moment los te laten, met de juiste snelheid en de juiste richting.

Twee teamleden wachten de steen halverwege de baan op. Dreigt deze voortijdig tot stilstand te komen, dan grijpen de vegers hun bezempje en wrijven met lachwekkend aandoende, razendsnelle bewegingen de baan voor de stenen schijf schoon. En warm. Door de wrijving van de bezempjes smelt het toplaagje van de ijsvloer, waardoor de schijf verder glijdt. „Een goede veger kan een steen 4 meter verder laten komen”, zegt een kenner. Per potje wordt doorgaans zo’n 5 kilometer baan geveegd!

De tegenpartij zit tijdens het spel niet met de armen over elkaar. Dreigt de granieten schijf in de buurt van de middenstip van de cirkel tot stilstand te komen, dan mag het andere team in het huis met zijn bezems de baan voor de schijf warm wrijven, waardoor deze extra snelheid houdt en de cirkel aan de achterkant verlaat. De tegenstanders mogen alleen ín de cirkel in actie komen.

Voor omstanders is het spel een slaapverwekkende vertoning. Voor deelnemers -vooral voor beginners- levert het spel echter de nodige hilariteit op. De ene steen zeilt naar de naastgelegen baan, de volgende scheert op volle kracht de baan uit, een derde blijft ergens halverwege liggen. Het razendsnelle bezemen over een plak ijs levert helemaal komische reacties op.

Toch is curling een officiële, erkende sport. Het spel is zelfs doorgedrongen tot de Olympische Spelen. De oorsprong van curling blijft waarschijnlijk voor altijd in nevelen gehuld. Ooit, in een ver verleden, heeft wellicht iemand achteloos een gladde, platte steen over een vlak stuk ijs laten glijden. Omstanders hebben mogelijk gefascineerd toegekeken naar de draaiende bewegingen en geluisterd naar de geluidseffecten van de steen. Wie zal het zeggen.

De meeste aanwijzingen van de herkomst van curling voeren richting Schotland. Schotten en inwoners van het Europese vasteland zijn nog altijd in heftige discussie gewikkeld over het ontstaan van het spel. Beide partijen claimen de uitvinder te zijn.

Hebben Schotten het spel uitgevonden, of hebben Vlamingen in het tijdperk van James VI de sport meegenomen naar de Schotse Hooglanden? Wie zal het zeggen. In de 18e eeuw vormt de sport al een alledaags tijdverdrijf in Schotland. In de literatuur zijn verslagen van wedstrijden te vinden.

De oudste historische weergave van het spel dateert uit 1565. Twee olieverfschilderijen van de Vlaamse schilder Pieter Bruegel, ”Winterlandschap met schaatsers en vogelkooi” en ”Jagers in de sneeuw”, laten ”eisschiessen”, zien, een spel dat in Zuid-Duitsland en Oostenrijk wordt gespeeld met een stokvormig handvat boven op een platte steen.

Eén ding staat vast. Het zijn de Schotten geweest die het spel hebben gevormd, spelregels ontworpen, uitrusting en materialen ontwikkeld. In Nederland is curling een kleine, amateuristische sport met hooguit een dikke honderd beoefenaars. Ons land telt zegge en schrijve drie clubs: in Utrecht, Zoetermeer en Tilburg. In Zwitserland is de sport een stuk populairder. Het bergland heeft meermalen de finales van grote sportevenementen gehaald.

Curling heeft vooral een stoffig imago. Niet helemaal ten onrechte. Eén potje kan al snel tweeënhalf uur duren. Taai geduld is een eerste vereiste.

voetnoot (u17(Voor meer informatie over Zwitserland: 00 800 100 200 30 (Nederlandstalig); www.MySwitzerland.com, www.wengen.ch of e-mail: info.nl@switzerland.com.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer