Dat staat in een brief die de ministers Verhagen (Buitenlandse Zaken), Van Middelkoop (Defensie) en Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) woensdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Daarin belichten zij de stand van zaken in Afghanistan en Uruzgan, waar Nederlanders zijn gestationeerd.De strategie van de westerse coalitiemacht ISAF is om de Afghanen op termijn zelf te laten zorgen voor veiligheid en bestuur. Speciale eenheden zijn bezig met de training van het Afghaanse leger en de politie. Daar zit veel schot in, volgens de ministers, maar er moet nog veel gebeuren.

De vierde brigade, die vlak naast Kamp Holland zit, wordt nog dit jaar verder versterkt. Daarnaast is het aantal agenten in Uruzgan al gestegen tot ruim 2300 man. In heel Afghanistan zijn er bijna 97.000 agenten. Nederland wil dat alle politiemensen in Uruzgan het komende jaar ook een vervolgopleiding doorlopen.

De overdracht van de veiligheidstaken zal volgens de ministers alleen gebeuren als de Afghaanse autoriteiten daarmee instemmen en na afstemming met ISAF. Bovendien moeten de Nederlanders er zeker van zijn dat het Afghaanse leger en de politie de controle goed kunnen uitvoeren.

Daarbij is belangrijk dat het Afghaanse bestuur de veiligheidsdiensten effectief kan aansturen. Het bestuur is nog een probleem, want slechts 25 procent van alle posities binnen de provinciale overheid is ingevuld. De functies worden nu onder meer tijdelijk uitgevoerd door adviseurs.

De ministers wijzen op de positieve ervaringen met de verkiezingen in augustus, toen de organisatie en veiligheid ook in handen van de Afghanen lagen. Tegelijk blijkt uit de brief dat in Uruzgan slechts rond de 20 procent van de kiesgerechtigden (32.080 stemmen) opkwam. De stemlokalen bleven wel de hele dag open, ondanks enkele incidenten.

Net als elders in Afghanistan, zijn er ook in Uruzgan aanwijzingen voor fraude. Vooralsnog lijkt president Hamid Karzai ook hier de winnaar, met 69 procent van de stemmen.