Koppejan buigt uiteindelijk toch voor ontpoldering
Lang heeft het Zeeuwse CDA-Kamerlid Koppejan zijn verzet tegen ontpoldering van de Hedwigepolder volgehouden. Maar op een cruciaal moment beet hij niet door, waardoor hij uiteindelijk toch moest buigen.
„Nooit kan ’t geloof te veel verwachten”, zong Koppejan op zondag 19 april in zijn kerk, de PKN-gemeente in Zoutelande. „En zo is het maar net”, schreef de CDA’er twee dagen later in zijn weblog. „Samen met al die medestanders in Zeeland zijn wij altijd in alternatieven voor gedwongen ontpoldering blijven geloven.”Sinds hij in november 2006 Kamerlid werd, ontpopte Koppejan zich, samen met SGP’er Van der Staaij, als leider van het verzet tegen ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen.
Zijn fractie zou slechts akkoord gaan met de Scheldeverdragen over uitdieping van de Westerschelde als minister Verburg van Landbouw gedwongen ontpoldering uitsloot, dreigde hij eind 2007. De minister kwam Koppejan tegemoet: een commissie zou de alternatieven voor ontpoldering onderzoeken.
Tot zijn grote tevredenheid koos het kabinet op 17 april voor buitendijks natuurherstel, mits dat een houdbaar alternatief zou blijken voor ontpoldering. Om zijn overwinning te vieren, trakteerde hij de CDA-fractie op Zeeuwse bolussen.
Het alternatieve plan stuitte echter op onoverkomelijke bezwaren, waardoor het kabinet vrijdag toch koos voor ontpoldering van de Hedwigepolder.
Koppejan gaf zijn strijd tegen ontpoldering dinsdag op: „De mogelijkheden zijn uitgeput.”
Zijn nederlaag zat er in. Eind 2007 gaf Koppejan in feite het lot van de Hedwigepolder uit handen toen hij en zijn fractie instemden met de Scheldeverdragen waarin de ontpoldering al was opgenomen.
Weliswaar sprak Koppejan zich steeds in moties uit tegen gedwongen ontpoldering, maar toen het erop aankwam, beet hij niet door. Amendementen van de SGP om gedwongen ontpoldering uit te sluiten, steunde hij niet. Altijd hield hij de terugvaloptie –toch ontpolderen– open.
Koppejan is een echte christendemocraat gebleken: nooit wegen afsluiten, maar altijd ruimte houden voor compromissen en vluchtroutes. Die ruimte heeft hij, gezien de opstelling van Verburg en de coalitiepartijen PvdA en CU, noodgedwongen moeten benutten.