Al veel hulp bij opvoeding beschikbaar
Het verbod op de pedagogische tik helpt ouders niet verder, wel een fundamentele bezinning op gezag en discipline in de christelijke opvoeding, aldus Dick Both en Albert de Vries (RD van donderdag). Daarover is al veel informatie beschikbaar, stelt drs. Sarina Brons-van der Wekken. Laat die bij ouders terechtkomen.
Regelmatig sta ik voor groepen ouders. Dan blijkt vaak dat er onderling veel herkenning is: veel kinderen zijn mondig en doen wat ze zelf willen. Dat kan een gevoel van onmacht geven. Terwijl we de taak hebben om gezag te oefenen.Tijdens opvoedavonden blijkt het verhelderend om terug te gaan naar de basis van opvoeding. Waar gaat het ons om in het opvoeden? Anders gezegd: Wie wil je graag dat je zoon is als hij volwassen is? Stel: hij gooit thuis zijn kleren zomaar van zich af. Dan moet er wel iets veranderen voordat hij later op eigen benen staat. Dus daarom nu al grenzen stellen en aangeven waar kleding hoort.
Een kind moet zich grenzen eigen leren maken, zodat hij zich hopelijk later –als ouders niet meer meekijken– verantwoord gedraagt. We staan erbij stil dat grenzen moeten toewerken naar het opvoedingsdoel en dat je alleen grenzen moet stellen voor dingen die echt nodig zijn.
Daarnaast kijken we met elkaar naar de reden waarom kinderen niet luisteren, in de hoop kinderen beter te begrijpen. De regel was bijvoorbeeld niet duidelijk. Of het kind denkt nog helemaal vanuit zijn eigen behoefte en kan zich nog niet verplaatsen in een ander. Het kan ook zijn dat het lonend is om grenzen over te gaan. Ook de zonde is een factor: geen heer en meester boven zich willen erkennen.
Probleem
Het helpt ouders om deze factoren te onderkennen voordat we concreet ingaan op de opvoedpraktijk. Kinderen hebben duidelijke leiders nodig, dus sterk staan als ouder is belangrijk. Wat wil je wel en niet in je gezin? Hoe kun je onvoorwaardelijk van je kind houden én corrigeren? Wat te doen met boosheid? Wat kan een kind al wel en wat niet? Allemaal vragen die laten zien dat opvoeden niet eenvoudig is.
Als kinderen een grens overgaan, hebben ouders vaak een probleem. Ze worden boos en geïrriteerd, terwijl het kind er nauwelijks hinder van ondervindt of er zelfs voordeel uit put. Tijdens opvoedavonden staan we erbij stil dat het kind zélf een probleem moet hebben als het een grens overgaat, namelijk door nadelige consequenties ervan te ondervinden. Maar veel belangrijker is het waardevol maken van de ruimte binnen de grenzen door het daarbinnen leuk en belonend te maken. Op dat gebied is nog veel te winnen.
Er is hierover veel bruikbare informatie beschikbaar in (hand)boeken en cursusmaterialen van verschillende instanties om ouders praktisch te ondersteunen. Degenen die zich professioneel met opvoeden bezighouden weten dat. Nu nog ervoor zorgen dat de informatie bij ouders terechtkomt.
De auteur is psychologe en schrijver van het boek ”Ruimte door regels. Grenzen stellen in de opvoeding” (Boekencentrum).