Opinie

Zieners en zwoegers

Mannelijke intuïtie bestaat. Mannen die ermee behept zijn, kunnen zich er zó aan vastklampen dat ze overduidelijke signalen van wantrouwen uit hun omgeving gewoon naast zich neerleggen. Klaas Hanzen Heeroma, die dinsdag precies honderd jaar geleden geboren werd, is daarvan een duidelijk voorbeeld.

Enny de Bruijn
13 October 2009 09:55Gewijzigd op 14 November 2020 08:53

Heeroma is niet erg oud geworden –63 jaar– maar heeft een heel productief leven geleid. Hij maakte naam als protestantse dichter en auteur van verzetspoëzie (onder het pseudoniem Muus Jacobse), hij was de eerste hoogleraar Nedersaksisch aan de Groningse universiteit, hij werkte mee aan de nieuwe psalmberijming en aan het Liedboek voor de kerken.Toch is hij ook altijd een beetje een miskend genie geweest. Zijn probleem was dat hij voortdurend in aanvaring kwam met de gemeenschap waarvan hij zo graag de bezielde leider wilde zijn. Hij kon slecht tegen kritiek, terwijl hij op den duur een nogal eenzame figuur werd omdat veel mensen hem niet serieus meer namen.

Dat laatste had veel te maken met zijn beruchte intuïtieve inslag. Hij hield zich niet zo bezig met het taaie, ambachtelijke wetenschappelijke werk, hij was een visionair die meende dat hij al dat gezwoeg niet nodig had.

Een van zijn meest omstreden projecten was wel het Gruuthusehandschrift, een middeleeuwse bron waarover Heeroma in 1965 een hoogst geïnspireerde verhandeling schreef. Daarin wist hij te vertellen dat de meeste gedichten in het handschrift het werk van dezelfde dichter waren, een dichter die hij in één moeite door een naam en een geschiedenis gaf, compleet met vriendenkring, vaderlijke leermeester en ongelukkige liefde. Allemaal gebaseerd op intuïtie en dichterlijk gevoel, zonder veel hard bewijs.

Dat meesterstuk droeg hij voor als feestrede tijdens de jubileumvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde – waarop de kritiek in alle hevigheid losbarstte. Hoe kon Heeroma zo volstrekt onwetenschappelijk te werk gaan?

Maar Heeroma diende elke criticus die zich durfde te roeren vurig van repliek. Totdat ze zich allemaal, moegestreden, in stilzwijgen hulden en voortaan met een grote boog om het Gruuthusehandschrift heen liepen. Maar niemand was overtuigd, en Heeroma stond alleen met zijn grootse visie.

Mannelijke intuïtie is heel bedrieglijk, zou je daaruit kunnen concluderen. Welke vrouw zou durven vasthouden aan haar eigen gevoel als haar totale omgeving jaren achter elkaar roept dat ze het mis heeft?

Maar het mooie is nu dat achteraf, na Heeroma’s dood, zijn ideeën ineens weer tevoorschijn komen. Een nieuwe generatie onderzoekers is aangetreden, en die heeft opnieuw, heel voorzichtig en zakelijk en degelijk, het Gruuthusehandschrift aangepakt. En wat blijkt? Heeroma’s intuïties waren op veel punten zo gek nog niet. „Misschien is er soms toch inderdaad een dichter nodig om een andere dichter te vangen”, schrijft de mediëvist Frits van Oostrom, die een mooi artikel aan de hele kwestie wijdde.

Postuum eerherstel voor Heeroma dus. Hij was geen valse profeet, maar een echte, ook al blijkt dat dan pas na zijn dood.

Het hele verhaal zegt iets over de verschillende manieren waarop mensen de werkelijkheid waarnemen. Sommige mensen kijken van buitenaf, registreren alle zintuiglijk waarneembare details en proberen dan met noeste ijver hun observaties te beschrijven en te rangschikken. Maar andere mensen kijken van binnenuit. Ze zijn oncontroleerbaar, ze kunnen het gigantisch mis hebben – maar soms weten ze ineens, sneller en beter dan alle anderen, door te dringen tot de kern. Zoals Heeroma.

Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer