Unilever profiteert in 2002 weer van sterke merken
Het voedings- en wasmiddelenconcern Unilever heeft ondanks de economische problemen een goed jaar achter de rug. De nettowinst steeg in 2002 met 21 procent naar 2,2 miljard euro. Voor dit jaar is de onderneming iets voorzichtiger en gaat daarom uit van een stijging tussen de 10 en 15 procent van de winst voor bijzondere posten.
Topman A. Burgmans toonde zich vanmorgen bij de presentatie van de jaarcijfers tevreden. „Voor ons was 2002 een succesvol jaar. We hebben opnieuw laten zien hoe sterk ons bedrijf is onder moeilijke marktomstandigheden.”
Unilever plukt volgens Burgmans de vruchten van zijn strategie ”Weg naar groei”. In 2000 werd gekozen voor zogenaamde leidende merken, die in hun marktsegment internationaal en nationaal de nummer één of twee zijn, zodat de supermarkten er niet omheen kunnen om ze in de schappen te doen. Volgens het Nederlands-Britse concern, dat tal van voedingsmiddelen en producten voor de huishoudelijke- en persoonlijke verzorging maakt, biedt deze keuze de beste toekomstperspectieven.
De gekozen strategie betekent dat het aantal merken fors moest worden verminderd, namelijk van 1600 naar 400. Tot de leidende merken behoren de soepen van Knorr, de boters van Becel, de drankjes van Lipton, de ijsjes van Ola (bijvoorbeeld Magnum), de zeepjes van Dove en de wasmiddelen van Omo.
Vele merken werden geschrapt (bijvoorbeeld het handafwasmiddel Dubro), verkocht (onder andere Diamant frituurvet) of geïntegreerd met een soortgelijk product (het schoonmaakmiddel Andy is Cif geworden en het wasmiddel All is opgegaan in Omo).
Burgmans constateerde vanmorgen dat de leidende merken het met een groei van 5 tot 6 procent goed hebben gedaan. Ze nemen al 89 procent van de Unilever-activiteiten voor hun rekening. Het concern heeft nu nog 745 merken. In twee jaar tijd moeten er nog 345 verdwijnen, want eind 2004 moet de teller op 400 staan. Voor dit jaar gaat de topman opnieuw uit van een groei van de leidende merken met 5 tot 6 procent.
In het vierde kwartaal van 2002 nam de nettowinst tegen constante wisselkoersen toe met 22 procent naar 293 miljoen euro. Het resultaat steeg, maar de brutowinstmarge kwam onder druk te staan door hogere advertentie- en marketingkosten. Dit werd veroorzaakt doordat Unilever meer nieuwe producten op de markt zette.
De omzet in het vierde kwartaal nam met 2 procent toe tot 13,3 miljard euro. In heel 2002 bleef de omzet gelijk op 52 miljard euro. Als wordt gekeken naar actuele wisselkoersen dan daalde de omzet echter door de sterkere euro met 7 procent naar 48,8 miljard euro.
Vorig jaar steeg de nettowinst per aandeel voor bijzondere posten met 21 procent naar 4,29 euro. Dit is iets meer dan de 20 procent die Unilever eind januari had voorspeld. Als uit wordt gegaan van actuele wisselkoersen dan steeg de winst per aandeel met 14 procent. Deze groei ligt iets onder de verwachtingen van analisten, die gemiddeld rekenden op een toename met 16 procent.
In Nederland kwam de omzet uit op 1,7 miljard euro. Dat was 9,3 procent lager dan in 2001, maar zonder de verkoop van bedrijfsonderdelen als Unimills en DiverseyLever stegen de verkopen met 5,7 procent.
Unilever Nederland richt zich nu geheel op de consumentenmarkt. Naar eigen zeggen was het bedrijf met 188 miljoen euro aan reclamebestedingen de grootste adverteerder in Nederland.
In Europa stegen de verkopen met 3 procent. Unilever ondervond op dit continent concurrentie bij de wasmiddelen, waardoor het zijn prijzen moest verlagen. In Noord-Amerika stegen de verkopen met 1 procent. Hier moest het concern zich veel moeite getroosten om in de tweede helft van het jaar betere prestaties te leveren.