Het kabinet heeft dit voorjaar al besloten dat de pensioenleeftijd omhoog moet om gevolgen van de vergrijzing op te vangen en om na de economische crisis de overheidsfinanciën op orde te brengen. Werkgevers en vakbonden in de Sociaal–Economische Raad (SER) kregen van het kabinet tot 1 oktober de tijd om een alternatief te bedenken.Maar het overleg tussen sociale partners in de SER mislukte vorige week en nu wil het kabinet snel beslissen hoe de AOW–leeftijd omhoog moet. Verder moet besloten worden hoe om te gaan met mensen met zware beroepen. Daarbij wordt ook bekeken in hoeverre mensen een keuzemogelijkheid geboden kan worden om toch op hun 65e verjaardag te stoppen met werken.

Keuzevrijheid is vooral de wens van de vakbeweging. Volgens de vakcentrales FNV, CNV en MHP moeten mensen zelf kunnen kiezen of zij met 65, 70 of ergens daartussenin met AOW gaan. Dan moet de uitkering wel op peil blijven voor mensen die op hun 65e stoppen met werken.

Werkgevers willen dat de pensioenleeftijd in 2025 in één klap wordt verhoogd. Ondernemersorganisatie VNO–NCW heeft wel aangegeven te willen praten over een flexibele AOW–leeftijd. Maar dan wel met een lagere uitkering bij 65 jaar om langer doorwerken te stimuleren. Anders zou er onvoldoende bezuinigd worden.

De verantwoordelijk CDA–minister Piet Hein Donner en PvdA–staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) hebben aangegeven dat alle standpunten over de AOW worden meegewogen. De bewindspersonen presenteerden ook in april al een notitie met uiteenlopende mogelijkheden om de pensioenleeftijd te verhogen.

Zo wordt in het kabinet al langer gedacht aan een geleidelijke verhoging vanaf 2016 met een maand per jaar. Ook is door regeringspartijen CDA, PvdA en ChristenUnie de optie bekeken om de AOW–leeftijd in grotere stappen van één of twee jaar te verhogen.