Economie

Slechte manieren

Een paar jaar geleden heb ik het aantal acceptgiro’s voor goede doelen dat in mijn brievenbus belandt, geturfd. Aan het eind van het jaar stond de teller op ruim 300. Als het gezegde ”overdaad schaadt” ergens van toepassing is, dan is het hier.

Cees van Bruchem
9 October 2009 11:19Gewijzigd op 14 November 2020 08:51

Er is in deze sector sprake van een enorme versnippering. Bijna ieder onderdeel van het menselijk lichaam en elke ernstige ziekte heeft een eigen steunfonds. Vaak zelfs meer dan een, vanwege uiteenlopende inzichten in oorzaken en geneeswijzen. Het aantal organisaties dat geldt werft voor projecten in Oost-Europa of in derdewereldlanden, is welhaast ontelbaar. Het lijkt alsof ieder groepje goedbedoelende hulpverleners het wiel wil uitvinden.Bedelbrieven

Niet alleen het aantal bedelbrieven, maar ook de manier waarop men geld tracht te werven, roept op zijn zachtst gezegd vragen op. Dan laat ik de irritante telefoontjes, die meestal op een ongelegen moment komen, nog buiten beschouwing. Een aantal jaren geleden kon je bedelbrieven nog zonder protest van je ecologisch geweten in de oudpapierdoos gooien. Tegenwoordig kan dat meestal niet meer vanwege de plastic wikkels, dus moet je eerst aan afvalscheiding doen. En als je er een paar honderd per jaar krijgt, kost dat aardig wat tijd.

Sommige organisaties maken het helemaal bont door cadeautjes mee te sturen. Dat varieert van kaarten en adresstickers tot sleutelhangers. Die laatste zijn trouwens weer uit de mode.

Het toppunt is voor mij een zuster –volgens haar brieven doet ze belangrijk werk in de Filipijnen– die regelmatig geld stuurt. Ik heb op verschillende manieren geprobeerd deze zendingen te stoppen, maar tot nu toe zonder resultaat. Dus steek ik de muntjes, onder het mompelen van een welgemeend dankwoord, tegenwoordig maar in mijn zak. Ik laat het aan het oordeel van de lezer over of dat als een goed doel moet worden beschouwd. Ik geef toe dat het wat generaliserend is, maar ik ga er in het algemeen van uit dat organisaties die hun geld besteden om cadeautjes uit te delen, geen goede rentmeesters zijn, en dus geen steun verdienen.

Het is trouwens wel vaker lastig om van de bedelbrieven af te komen. Soms wordt er helemaal niet gereageerd op mails of brieven en gaan de zendingen gewoon door. Daar moet de overheid wat aan doen. Een wettelijk recht om verschoond te blijven van post van bepaalde organisaties –vergelijkbaar met het bel-me-nietregister voor bedrijven– zou hier nuttig zijn, het liefst met de mogelijkheid van een dwangsom.

Versnippering

Sommige goede doelen stellen hun adressenbestand ter beschikking aan andere organisaties. Als je dan een doel steunt, krijg je als beloning een serie andere bedelbrieven. Dat is kwalijk. Eveneens kwalijk is dat goededoelenorganisaties hun adressen beschikbaar stellen voor commerciële doeleinden, bijvoorbeeld voor het abonnement op een of ander blad.

Het zou nuttig zijn wanneer de goededoelenorganisaties, ook die van christelijken huize, de versnippering trachten terug te dringen, en zich wat beter verplaatsen in de positie van de beoogde gulle gever. Dat zou in ieder geval kosten besparen en misschien valt dan ook de gevreesde inkomstendaling mee.

De auteur is landbouweconoom en oud-lid van de Eerste Kamer.

Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer