Lastenverlichting voor ondernemers
Ondernemers hebben te maken met veel –en vaak complexe– regels. Niet voor niets staan administratieve en fiscale lastenverlichting daarom al jaren hoog op de politieke agenda. In deze bijdrage de belangrijkste maatregelen voor ondernemers zoals het ministerie van Financiën deze op Prinsjesdag heeft gepresenteerd.
Het ministerie van Financiën stelt de volgende maatregelen voor om het ondernemerschap te bevorderen en ondernemers in deze tijden van crisis tegemoet te komen:Ondernemingen kunnen ook voor investeringen in 2010 (net als in 2009) kiezen voor een versnelde afschrijving (maximaal 50 procent in 2010 en maximaal 50 procent in 2011). Hierdoor wordt de belastingdruk in 2009 en 2010 in feite verlaagd, terwijl de belastingdruk in de jaren daarna stijgt.
Voor de belastingjaren 2009 en 2010 kunnen bv’s en nv’s ervoor kiezen gebruik te maken van een tijdelijke verruiming van de achterwaartse verliesverrekening van drie in plaats van één jaar. De termijn van de huidige voorwaartse verliesverrekening wordt dan echter wel ingekort van negen jaar tot zes jaar. Voor de terugwenteling naar de extra twee jaren geldt een plafond van 10 miljoen euro per jaar. Ondernemingen zoals maatschappen en eenmanszaken hebben al recht op drie jaar terugwenteling.
Het kabinet beloont bedrijven die veel aandacht besteden aan innovatie. Als een ondernemer een product heeft ontwikkeld waarvoor hij een octrooi heeft verkregen, of een verklaring voor Speur- en Ontwikkelingswerk, dan worden deze onder voorwaarden in de vennootschapsbelasting belast tegen 10 procent in plaats van het reguliere tarief van 25,5 procent. Dit effectieve tarief wordt met ingang van 1 januari 2010 verlaagd naar 5 procent, de plafonds worden geschrapt en de naam octrooibox wordt vervangen door innovatiebox.
Tot slot stelt het ministerie van Financiën voor om bij kleine banen werkgevers een vrijstelling te verlenen voor de premieheffing werknemersverzekeringen per 1 januari 2010 en de loonheffing terug te brengen naar 0 procent per 1 januari 2011. Van een kleine baan is in dit geval sprake als een werknemer jonger is dan 23 jaar en een loon geniet dat lager is dan een voor die leeftijd bepaalde loongrens.
Bedrijfsopvolging
De overdracht van een onderneming door een directeur die aandelen houdt in zijn eigen bedrijf aan een opvolger brengt op dit moment fiscale belemmeringen met zich mee. Om hier verandering in te brengen, heeft het ministerie van Financiën voorgesteld en versoepeling aan te brengen in de regeling die ziet op de bedrijfsopvolging.
Per 1 januari 2010 wordt in box 2 van de inkomstenbelasting een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om het schenken van aandelen die tot een aanmerkelijk belang behoren (een aandelenbelang in een bv van 5 procent of meer) zonder belastingheffing te laten plaatsvinden. Het schenken (en ook het erven) van beleggingsvermogen in een bv gaat buiten de regeling vallen.
Werkkostenregeling
Met ingang van 1 januari 2011 kan een werkgever slechts maximaal 1,5 procent van de fiscale loonsom in een jaar aanwenden voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Nu kan dit nog onbeperkt, mits daar een onderbouwing voor is op basis van soms complexe regelgeving. Een werkgever mag het beschikbare bedrag vanaf 2011 naar eigen inzicht verdelen over de werknemers, mits de individuele vergoeding niet onredelijk hoog is.
Voor producten uit het eigen bedrijf komt het verschil tussen de ‘consumentenprijs’ en de eigen bijdrage van de werknemer binnen het forfait van 1,5 procent te vallen. Reiskosten, kosten voor cursussen en studiekosten vallen niet in het forfait.
Bedraagt de totale waarde van de vergoedingen en verstrekkingen meer dan het forfaitair vastgestelde bedrag, dan moet het meerdere gebruteerd in de eindheffing (80 procent) worden betrokken.
Het doel van de maatregel is een administratieve lastenverlichting. Omdat de werkgever echter nog steeds te maken heeft met een berekening en onderbouwing van het toe te passen forfait, blijven de administratieve lasten groot. Tevens kan de maatregel leiden tot een extra heffing.
Gebruikelijk loon
Een directeur (werknemer) die tegelijk 5 procent of meer van de aandelen in zijn eigen bedrijf bezit, wordt door de Belastingdienst goed in de gaten gehouden. Hij wordt immers geacht een minimaal bedrag aan loon te genieten waarover hij loonbelasting moet betalen: het gebruikelijk loon. Er is onder meer aangekondigd dat hij nog wel een gebruikelijk loon moeten hanteren, maar dat bij een eventuele omzetdaling in verband met de crisis, zijn gebruikelijk loon (naar rato) mag worden verlaagd. Het wetsvoorstel wordt naar alle waarschijnlijkheid in de week van 16 november door de Tweede Kamer behandeld.
De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl.