Cultuur & boeken

Walgen van je eigen lichaam

Jongeren móéten weten hoe gevaarlijk anorexia is, vindt Sofie van Gelder. Ze is schrijfster van het boek ”Het meisje in mijn hoofd”. Het eetprobleem is haar persoonlijke vijand geweest.

Jacomijn Hoekman
7 October 2009 07:28Gewijzigd op 14 November 2020 08:50
Jongeren móéten weten hoe gevaarlijk anorexia is, vindt Sofie van Gelder. Ze is schrijfster van het boek ”Het meisje in mijn hoofd”. Het eetprobleem is haar persoonlijke vijand geweest. Foto Sofie van Gelder
Jongeren móéten weten hoe gevaarlijk anorexia is, vindt Sofie van Gelder. Ze is schrijfster van het boek ”Het meisje in mijn hoofd”. Het eetprobleem is haar persoonlijke vijand geweest. Foto Sofie van Gelder

Pubers kunnen zich thuis als een vis in het water voelen, maar dat biedt geen enkele garantie voor het ontlopen van een eetprobleem. Dat weet de Belgische Sofie van Gelder (1980) uit ervaring, dat ziet ze als docent Frans in haar omgeving en dat blijkt ook uit haar debuut.De 15-jarige Nette is een vrij normaal pubermeisje. Ze is dol op haar jongere zusje en kan goed met haar ouders door één deur. Ze is onzeker, zoals veel van haar leeftijdsgenoten. En ze behoort niet tot de populairste groep van haar klas, maar dat is de meeste meisjes niet gegund.

Toch knaagt er iets aan Nette. Ze wil te graag perfect zijn. Als twee jongens uit haar klas haar uitschelden voor „dikke”, knapt er iets bij haar. Haar onzekerheid over haar uiterlijk slaat om in walging. Nette haat haar piekerige haren en haar bleke gezicht. „„Je bent dik”, zei ze tegen haar spiegelbeeld, „meer nog, je bent moddervet!” (…) Ze streek met haar hand over haar buik en haar dijen. (…) Ze kneep in het zachte vlees. Ze rilde. „Bah, wanneer ben ik zo dik geworden? Vorig jaar was mijn buik toch nog plat?””

Draaikolk

Nette gaat lijnen. Eerst slaat ze snoep en koek over, daarna al het andere voedsel. Ze sport en gymt en rent. De kilo’s vliegen er af, maar Nette gaat er niet bepaald op vooruit. Een zwarte draaikolk van duizeligheid achtervolgt haar. Als ze flauwvalt, besluiten haar ouders dat ze opgenomen moet worden in een kliniek.

Gemakkelijk is het niet om uit het diepe dal dat anorexia heet op te krabbelen. Maar na weken van hulp gaat er bij Nette een knop om: ze wil leven. Ze wil gezond zijn. Nette begint te vechten en slaagt erin aan te komen. Het boek eindigt als Nette de kliniek mag verlaten.

„Een open einde”, noemt Van Gelder het. „Als Nette uit de eetkliniek komt, is dat een heel cruciaal moment. Ze stapt terug in het leven. En de vraag is: Zal ze alle problemen die op haar afkomen het hoofd kunnen bieden? Bij veel meisjes die anorexia hebben gehad, loopt het goed af. Maar veel van hen vallen ook terug. Een opname in een kliniek is niet altijd een garantie op succes. Geen enkele therapie is dat.”

Wat kan een meisje met anorexia wel helpen?

„De persoon met anorexia moet zelf zeggen: Ik ga ervoor. Ik laat deze ziekte los. Voor de omgeving is dat het meest frustrerend. Familie en vrienden kunnen niets doen om ervoor te zorgen dat iemand geneest. Meisjes moeten hun probleem aanvaarden en erkennen dat ze er wat aan moeten doen. Therapie heeft geen enkele zin als je niet wilt genezen.”

Vroeg rijp

Een op de tien vrouwen in België heeft een eetprobleem of heeft er een gehad, zegt Van Gelder. Dit is twee keer zo veel als het aantal Nederlandse vrouwen met een eetstoornis.

Enorme cijfers, die niet de aandacht krijgen die ze verdienen. „Het is nog altijd een onderschatte ziekte. Het wordt afgedaan als een puberprobleem waar je wel weer van afkomt.”

Niet alleen oudere meisjes en jonge vrouwen worden slachtoffer van deze ziekte. Van Gelder constateert dat steeds meer meisjes in de basisschoolleeftijd anorexia krijgen. En dát maakt haar boek waardevol, vindt ze. „Mijn boek richt zich op een leeftijdscategorie waar weinig literatuur voor was. Boeken over anorexia voor 16- tot 18-jarigen zijn er genoeg. Maar meisjes van nu zijn vroeger rijp, krijgen al jong mee dat ze lichamelijk perfect moeten zijn en komen steeds jonger met de druk van de maatschappij in aanraking. Sommigen vluchten dan in anorexia; ook meisjes van 8.”

Ziet u dat ook terug op de school waar u werkt?

„Ja. Ik zie soms meisjes lopen waarvan ik denk: Dat zit niet pluis. Dan wil ik graag ingrijpen, met hen praten. Tegelijkertijd vraag ik me af: Kan dat wel? Komt dat goed over? En hebben ze echt anorexia? Want niet ieder broodmager meisje heeft een probleem.

Mijn boek is hopelijk een goede aanzet om het probleem bespreekbaar te kunnen maken in mijn klassen.”

Hoe ontstaat anorexia?

„Anorexia is een heel complex probleem. Er zijn veel factoren die het begin van de ziekte beïnvloeden: onzekerheid, perfectionisme en faalangst bijvoorbeeld. Ook omgevingsfactoren spelen mee: de gezinssituatie of een trauma in het verleden.”

Wat is de beste manier om met meisjes als Nette om te gaan?

„Vaak wordt dit soort meisjes niet meer uitgenodigd voor feestjes, krijgen ze geen traktatie aangeboden en wordt het thema eten en lijnen vermeden. Daardoor onstaan genante situaties. Leeftijdsgenoten moeten meisjes met een eetprobleem juist wel blijven uitnodigen en wel traktaties aanbieden. Anders denken de meisjes: Zie je wel, ik mag niks nemen, ik ben al te dik, zij vinden het ook.”

Is het boek een typisch meidenboek?

„Anorexia is een probleem dat het meest voorkomt onder meisjes. Maar omdat in mijn boek ook het pestprobleem wordt aangekaart, kunnen jongens het prima lezen. Ik hoop dat mijn boek een goede aanzet geeft om het pestprobleem te bespreken. Een belangrijke vraag is: Hoe gaan jongens met meisjes om? Meisjes zijn namelijk erg gevoelig en kwetsbaar op die leeftijd.”

Wat betekent anorexia voor u?

„Toen ik de leeftijd van het personage in mijn boek had, kreeg ik een eetprobleem. Het heeft wel even geduurd voordat ik daar helemaal van verlost was. Ik vertel liever niet hoe lang het geduurd heeft. Op een bepaald moment in mijn leven zag ik wat er tegenover stond; wat ik erbij kon winnen door het los te laten. Nu ben ik veel gelukkiger. Ik kan mijn eigen leven opbouwen en dat wens ik iedereen toe.

Mijn eigen gevoelens en mijn eigen manier van beleven hebben er wel toe bijgedragen dat ik in staat was de gevoelens van Nette onder woorden te brengen.”

Maakt die persoonlijke beleving het boek zwaar om te schrijven?

„Die beleving behoort tot het verleden. Dan is het makkelijker er afstand van te nemen. Het schrijven helpt me zelfs het verder te verwerken. Het hoort bij het proces van loslaten.

Het was het moeilijkst ervoor te zorgen dat die afstand bleef. Anorexia is niet meer iets waar ik dagelijks mee bezig ben. Maar als ik erover schrijf en praat, word ik weer even terug­geworpen op die periode.”

Vergeving

In het leven van de rooms-katholieke Van Gelder neemt God een belangrijke plaats in. Toch vond ze het moeilijk dat in haar boek te verwerken. „Dit is de eerste keer dat ik me kwetsbaar opstel en mijn teksten publiceer. Ik wist niet hoe ik het moest aanpakken iets van God te laten zien in mijn boek.

Mijn persoonlijke ervaring is dat God je kan helpen als je een eetstoornis hebt. Een van de redenen dat ik een eetprobleem ontwikkelde, was dat ik mezelf bepaalde dingen niet kon vergeven. Mijn opa stief toen ik nog kind was. Ons laatste gesprek was een ruzie. De ruzie, die eigenlijk niets voorstelde, is toen uitgegroeid tot mijn anorexia, iets wat mijn grootvader ook niet had gewild. Door het geloof heb ik een nieuwe kans gekregen mezelf te kunnen vergeven.”

Komt er een tweede boek?

„Ja. Ik ben er al mee bezig. Bij de hoofdpersoon in dat boek probeer ik het geloof in God wel ter sprake te brengen.”

N.a.v. ”Het meisje in mijn hoofd”, door Sofie van Gelder; uitg. Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2009; ISBN 978 90 239 9312 4; 173 blz.; € 10,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer