Een woordvoerster van een Zwitsers reddingsteam zei dat de ploeg zich klaarmaakt om naar huis te gaan. „Niemand van de teams die we kennen, heeft overlevenden gevonden. We hebben alleen zes lichamen geborgen”.Zes dagen na de natuurramp zouden volgens de Verenigde Naties en het Rode Kruis nog tot vierduizend mensen onder het puin in Padang en omgeving liggen. Het is vrijwel uitgesloten dat nog een van hen in leven is. De huizen zijn onder zeker vier meter aarde bedolven.

Functionarissen van het ministerie van Volksgezondheid spreken van een race tegen de klok om de uitbraak van ziektes door ontbindende lijken en gebrek aan drinkwater tegen te gaan. „We zijn bezorgd dat vervuild water huidziektes en andere ziektes kan verspreiden. Vliegen op stoffelijke overschotten kunnen ook bacteriën verspreiden”, verduidelijkte het hoofd van het crisisteam in Indonesië.

Buitenlandse hulporganisaties blijven het land binnenstromen met tonnen aan medisch materiaal, drinkwater en eten voor de tienduizenden mensen die dakloos zijn geworden door de beving.

Veel overlevenden in afgelegen gebieden zeggen dat ze nog helemaal geen hulp hebben ontvangen. Sommigen waren boos op de autoriteiten. „Dit is een test van God en dat accepteren wij, maar we zijn kwaad en verdrietig dat er nog geen hulp is gekomen”, sprak een 50–jarige boerin in het getroffen dorpje Koto Mambang. „In onze cultuur is het gênant om te bedelen, maar wat voor keus hebben we? We moeten onze kinderen te eten geven”.

Enkele scholen en bedrijven in Padang openden maandag weer hun deuren. „Ik moest de deuren van de school weer openen”, zei een leraar in Padang, „maar slechts zestig van de achthonderd leerlingen kwamen opdagen”.