Hulp voor Sumatra na aardbeving
Na de verwoestende aardbeving op het Indonesische eiland Sumatra is de hulpverlening voor de zwaar getroffen regio rond de havenstad Padang langzaam op gang gekomen.
De catastrofe van woensdag heeft volgens de Verenigde Naties zeker 1100 mensen het leven gekost. De hulpverlening wordt ernstig gehinderd door stroomuitval, zware regenval en het ontbreken van de benodigde apparatuur om puin te ruimen. Er is ook een nijpend tekort aan drinkwater.De hulp is vooralsnog „duidelijk ontoereikend”, aldus een Indonesische medewerker van het Rode Kruis in Padang. De Indonesische president Yudhoyono beloofde snel hulp te sturen. Het Wereldvoedselprogramma van de VN liet weten dat het op verzoek van de overheid 3000 ton voedsel kan verspreiden dat reeds in Indonesië ligt opgeslagen.
Het crisiscentrum in Padang schatte het aantal gewonden op 2400, terwijl er nog 3000 mensen onder het puin liggen van de naar schatting 20.000 ingestorte bouwwerken.
Indonesië riep officieel de hulp van het buitenland in. „Ze moeten ons van ervaren reddingswerkers met apparatuur voorzien”, zei minister van Gezondheid Supari. Ook artsen zijn welkom, aldus de bewindsvrouw.
De Indonesische televisie toont telkens beelden van succesvolle reddingsacties, maar de realiteit is vaak anders. In Padang zoeken reddingswerkers met blote handen in de puinhopen van ingestorte gebouwen naar overlevenden. De kans op overlevenden wordt steeds kleiner.
Nederland gaf inmiddels een half miljoen euro aan het Indonesische Rode Kruis voor noodhulp. Inmiddels zijn er ook al Nederlandse experts ingezet die samen met de Indonesische autoriteiten de noden in kaart brengen en de internationale hulp coördineren. Koningin Beatrix en premier Balkenende hebben hun condoleances voor de slachtoffers overgebracht aan de Indonesische regering en aan de bevolking.