Economie

„Probeer niet het maximale eruit te wringen”

De waarden van vakbond CNV zijn bakens in het donker, vindt Jesse Klaver (25). „Met zo’n identiteit ben je niet bang voor veranderingen.” Sinds vrijdag is hij voorzitter van CNV Jongeren.

18 September 2009 20:38Gewijzigd op 14 November 2020 08:42
...zuinig op de aarde... Foto Margot Scheerder
...zuinig op de aarde... Foto Margot Scheerder

Klaver (25) was sinds januari 2007 bestuurslid bij de GroenLinkse jongerenorganisatie DWARS. Hij volgt CNV Jongerenvoorzitter Klaas Pieter Derks op.Wat betekent de C van CNV voor u persoonlijk?

„Ik geloof in de waarden die ten grondslag liggen aan het christelijk-sociaal denken. Rentmeesterschap, zuinig zijn op de aarde waarop wij leven, rechtvaardigheid, tot je bestemming komen – dat spreekt mij aan.”

Hoe vertaalt een voorzitter van CNV Jongeren dat naar de praktijk?

„Iedereen moet het beste uit zichzelf kunnen halen, en een vakbond kan daar iets in betekenen. Door scholing te stimuleren bijvoorbeeld. Vroeger deden de gilden dat, die stonden voor vakmanschap. Zoiets moet een vakbond doen.

Bij rentmeesterschap denk ik aan vergroening van de economie. Laten we zorgen dat de overheid investeert in groene werkgelegenheid – en daarmee bedoel ik banen met goede doorgroeimogelijkheden, plus een salaris waardoor mensen niet veel kleine baantjes nodig hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. En het moeten banen zijn die helpen het klimaatprobleem terug te dringen.”

Gisteren debatteerde u met Paul Ulenbelt (SP), Jeroen Diepemaat (JOVD) en Jaap Jongejan (CNV Bedrijvenbond) over verhoging van de AOW-leeftijd. Wat is uw visie?

„We moeten proberen die AOW-leeftijd flexibel te maken. Door de vergrijzing wordt de AOW straks onbetaalbaar, en hebben we een financieringsprobleem. En er zit een structurele onrechtvaardigheid in de huidige regeling. Wie jong begint met werken, krijgt op dezelfde leeftijd AOW als iemand die tien jaar later begint. Mensen zouden moeten kunnen blijven doorwerken, en dan is het belangrijk dat ze dat ook doen – via fiscale prikkels is dat wel te stimuleren.”

Hoe werken werkgevers mee?

„Ook zij hebben een verantwoordelijkheid die breder is dan winst maken, en dat betekent niet dat je verlies moet lijden. Ik heb een neef, hij is ondernemer, die veel geld en grote successen niet zo belangrijk vindt. Vrienden zeiden hem: „Je bent niet ambitieus. Koop nu eens die nieuwe auto.” Mijn neef deed dat nooit, sloot geen grote leningen af en stopte ’s avonds op tijd met werken. Nu, in de crisis, zijn sommigen van zijn vrienden in de problemen gekomen. Mijn neef niet. Hij haalde niet het maximale bij de hoogconjunctuur, en heeft het ook niet het slechtste bij de laagconjunctuur. Probeer niet het maximale eruit te wringen, denk ik dan.”

Hoe komt het dat jongeren laconieker in de AOW-discussie staan dan ouderen?

„De AOW is een verworvenheid. Zo is dat altijd gepresenteerd. Het is een gevoelskwestie, denk ik; vaak wordt het een emotionele discussie. „Wij hebben dit land ópgebouwd”, hoor je vaak. Jongeren kijken iets anders. Ze willen de waarden wel in stand houden, maar vragen zich af: hoe maken we de regels beter toepasbaar? Jongeren zijn niet minder idealistisch, ze zien alleen dat de wereld verandert, en dat je zaken moet aanpassen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer