Prisma wil kabinetsbrede inzet voor ontwikkelingswerk
Het politieke debat over ontwikkelingssamenwerking niet mag blijven steken in treurnis over een lager budget, hoe pijnlijk ook te verteren. Dat stelt Prisma, het samenwerkingsverband van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking, in reactie op de begroting.
Als gevolg van een dalend Bruto Nationaal Inkomen krimpt het budget voor Ontwikkelingssamenwerking voor 2010 met 595 miljoen euro. Ontwikkelingssamenwerking is echter niet het enige middel tegen armoede, onrecht en milieudegradatie, stelt Prisma. „Van Koenders alléén moeten we het niet verwachten.”Door de automatische koppeling aan de hoogte van het Bruto Nationaal Inkomen, worden –in tegenstelling tot andere ministeries– bezuinigingen bij Ontwikkelingssamenwerking niet vooruitgeschoven, maar doet de economische crisis zich hier onmiddellijk voelen. Van belang is dat óók andere ministeries hun schouders zetten onder ontwikkelingsvraagstukken, óók financieel, stelt Prisma-medewerker drs. E. J. Brouwer. „Zo kunnen Financiën en Economische Zaken met inzet voor eerlijke internationale handel de inzet van Ontwikkelingssamenwerking versterken. Hetzelfde geldt voor VROM ten aanzien van internationaal milieubeleid en LNV ten aanzien van landbouw.”
„In de politieke mallemolen van dit moment” wil Prisma wel dat Nederland zich houdt aan de 0,8 procent van het BNI die vrijgemaakt wordt voor ontwikkelingssamenwerking. „Dit bedrag mag niet gebruikt worden voor oneigenlijke uitgaven die niet vallen onder de OESO DAC-criteria. De bezuiniging moet zo proportioneel mogelijk verdeeld worden over de bestedingskanalen van minister Koenders (hulp via particuliere organisaties, via overheden en via internationale organisaties als de VN). Het is een goede zaak dat de minister in bezuinigingen op specifieke landen de allerarmste landen en fragiele staten zoveel mogelijk ontziet.”
Belangrijk is dat Nederland zijn leidende rol op bepaalde terreinen niet inlevert, vindt de Prisma-woordvoerder. „Daarbij denken we aan de ondersteuning van (beroeps)onderwijs en gezondheidszorg. Ongelukkigerwijze zijn dat juist de terreinen waarop de minister fors bezuinigt. Ook al is een grotere investering in productieve sectoren zoals landbouw en bedrijvigheid absoluut geboden, behaalde resultaten in eerdergenoemde sectoren mogen niet verloren gaan.”
Prisma is de minister erkentelijk dat hij de structurele steun voor wees- en andere kwetsbare kinderen, onder meer als gevolg van hiv en aids, voortzet. „Wij roepen daarnaast Minister en Kamer op zich sterk te maken voor verbeterde moeder- en kindzorg, kwetsbare groepen zoals gehandicapten, betere samenwerking met religieuze organisaties en leiders in de strijd tegen HIV en voor seksuele gezondheid; investeringen in beroepsonderwijs en rurale bedrijvigheid.”