Donner en Klijnsma staan voor pijnlijke keus
Minister Donner en staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) waarschuwen dat de komende tijd „pijnlijke keuzen niet verzacht kunnen worden". Zij vrezen dat de „sociale cohesie", ofwel solidariteit, onder druk kan komen en dat „tegenstellingen eenvoudig kunnen worden vergroot en misbruikt".

Dat stellen de twee bewindspersonen dinsdag bij publicatie van hun begroting voor volgend jaar. Het kabinet heeft dit voorjaar de knoop doorgehakt om de AOW–leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar. Dat zou nodig zijn om de lasten van de vergrijzende bevolking voor jongere generaties betaalbaar te houden.Maar vooral de vakcentrale FNV is fel tegen verhoging van de pensioenleeftijd. Bij de FNV wordt gedreigd met reparatie via hogere looneisen en wordt al gewerkt aan acties. Tot 1 oktober heeft de vakbeweging met werkgevers en deskundigen in de Sociaal–Economische Raad (SER) de tijd om een alternatief te bedenken.
Om de gevolgen van de economische crisis op te vangen investeert het ministerie 421 miljoen euro in onder meer scholing van werknemers en de strijd tegen de jeugdwerkloosheid en schulden. Ook blijft deeltijd–WW mogelijk. Tegelijkertijd moeten Donner en Klijnsma voor volgend jaar 430 miljoen euro bezuinigen om gaten op de begroting te dichten.
In totaal is 175 miljoen euro gevonden in potjes die niet worden benut. Eerder werd al bekend dat circa 75 miljoen euro wordt gekort op re–integratiemiddelen en dat loopt in 2011 op tot 159 miljoen. Vooral gemeenten die de gelden om werklozen aan een baan te helpen niet volledig benutten, moeten inleveren. Uitkeringsinstituut UWV loopt eerder toegezegd geld mis.
Ook wordt de AOW–partnertoeslag voor gepensioneerden met een niet–werkende partner jonger dan 55 jaar geschrapt. De jongere partner moet aan het werk. Al eerder is besloten om de AOW–partnertoeslag in 2015 helemaal af te schaffen.
Verder stijgen tegemoetkomingen in de koopkracht voor AOW’ers, arbeidsongeschikten, weduwen en wezen niet mee met de inflatie. Daarbij wordt ook bekeken of en hoe uitkeringsgerechtigden in het buitenland zo veel mogelijk uitgesloten kunnen worden van toeslagen en belastingkortingen, die bedoeld zijn om de koopkracht in Nederland op peil te houden.