CPB: Gelijke koek anders verdeeld
Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht minimale effecten van het aanscherpen van de toerismebepaling op de Nederlandse economie. Het aantal koopzondagen zal daarvoor te weinig dalen. Voor afzonderlijke gemeenten of winkels kan het kabinetsvoorstel wel aanzienlijke gevolgen hebben.
Het voornemen van CDA-minister Van der Hoeven (Economische Zaken) om de Winkeltijdenwet aan te scherpen zal het aantal koopzondagen slechts beperkt verminderen, verwacht het CPB. Slechts in zo’n 20 van de 57 gemeenten die het toeristisch regime daadwerkelijk uitoefenen voorzien de onderzoekers een dalend aantal koopzondagen na invoering van het wetsvoorstel.Dat komt neer op 700 koopzondagen minder per jaar, op een landelijk totaal van circa 6000 koopzondagen. Als percentage van alle openingsuren in de detailhandel is dat slechts een kwart procent, aldus het CPB.
Opvallend genoeg concludeert het CPB dat als gevolg van het kabinetsvoorstel om de wildgroei van koopzondagen te beperken, het aantal koopzondagen zelfs zou kunnen stijgen. Dit zou het geval kunnen zijn wanneer toeristische gemeenten die nog geen of slechts beperkt gebruikmaken van de mogelijkheid tot een verruimde zondagsopening de optie ruimer gaan benutten.
Verder kunnen consumenten volgens het CPB relatief eenvoudig uitwijken naar winkels in gemeenten die wel koopzondagen blijven houden, of op andere dagen gaan winkelen. Hierdoor is het effect van de aanscherping van de toerismebepaling op de Nederlandse economie gering, stellen de onderzoekers.
Voor sommige gemeenten of afzonderlijke winkels kan de impuls echter wel aanzienlijke gevolgen hebben. Zo zal, aldus het CPB, de concurrentiepositie van kleine winkels verbeteren ten opzichte van grote winkelketens omdat deze bij minder zondagopenstelling hun schaalvoordelen minder kunnen benutten. Hierdoor gaan kleine winkels er in omzet wat op vooruit en winkelketens er wat op achteruit.
Ook zal de werkgelegenheid in de detailhandel door de daling van het aantal koopzondagen iets dalen ten gunste van de omzet in andere bedrijfstakken. Vooral grensgemeenten die niet langer gebruik kunnen maken van extra koopzondagen zullen hiervan de gevolgen ondervinden.
„Aantal koopzondagen kan óók stijgen”
Marcel ten Broeke
DEN HAAG – Het CPB rekent op een lichte afname van het aantal koopzondagen door de aanstaande wetsaanscherping. In theorie kan het aantal koopzondagen echter ook stijgen, zegt onderzoeker Henry van der Wiel.
„Wat ons opviel tijdens het onderzoek”, aldus Van der Wiel, „is dat nu relatief veel gemeenten gebruikmaken van een toeristisch regime, zonder daarbij daadwerkelijk meer dan twaalf koopzondagen te hebben. Van de 190 gemeenten met een zogenoemde toerismebepaling zijn dit er circa 130. Het is absoluut denkbaar dat deze gemeenten het aantal koopzondagen gaan uitbreiden als zij zien dat naburige gemeenten door de strengere wetgeving juist minder koopzondagen krijgen.”
U gaat vooralsnog echter uit van een beperkte daling van het aantal koopzondagen.
„Gegeven de huidige situatie verwachten we dat van de 60 gemeenten met méér dan 12 koopzondagen er straks circa 20 hiervoor niet langer in aanmerking zullen komen op grond van de aangescherpte Winkeltijdenwet.”
Het onderzoek vermeldt onder meer Almere, Amsterdam-Zuidoost en Roosendaal als locaties waar straks mogelijk geen extra koopzondagen meer gelden.
„Of deze gemeenten in de toekomst succesvol de nieuwe toerismebepaling kunnen toepassen, daarover doen wij geen uitspraken. Die beslissing is aan de gemeenten zelf. Wat wij alleen hebben geconstateerd, is dat onder meer deze gemeenten niet aan de door ons gehanteerde criteria voldoen: namelijk of vermelding als toeristische attractie in de reisgids ”Lonely Planet” of een relatief hoge hoteldichtheid hebben.”
Al met al lijken de effecten op economie en werkgelegenheid erg mee te vallen.
„Dat komt doordat het effect van het wetsvoorstel op de economie ook vrij klein is. Er zouden 700 koopzondagen op een landelijk totaal van 6000 kunnen wegvallen. Dat lijkt veel, maar omgerekend naar het aantal uren dat winkels open zijn, is dit slechts een daling met een kwart procent. Het directe effect hiervan is een verlies van 2000 arbeidsjaren onder werknemers die nu op zondag werken en dat straks niet meer kunnen. Maar omdat de omzet van winkels op andere dagen dan de zondag zal toenemen, kunnen veel van deze werknemers vrijwel direct bij dezelfde winkel op een andere dag aan de slag. Op termijn verwachten we daarom een verlies van maximaal enkele honderden arbeidsplaatsen.”
Geld blijft dus rollen, maar dan doordeweeks?
„Een consument heeft voldoende alternatieven om zijn euro’s uit te geven. Hij kan op andere dagen kopen, in andere plaatsen of hij besteedt zijn geld wellicht aan andere zaken. In 1995 concludeerden we al eens dat extra koopzondagen daarom ook een marginaal effect hebben op de consumentenbestedingen. Mensen gaan over het algemeen niet opeens méér besteden bij ruimere openingstijden.”
Ook opvallend: minder koopzondagen kunnen volgens u leiden tot minder drank- en drugsgebruik én een stijgend kerkbezoek.
„Dat komt uit een Amerikaans onderzoek waar we toevallig op stuitten. Het laat zien dat toen er in de VS méér winkels open mochten op zondag, dit in bepaalde staten leidde tot een toename in het drank- en drugsgebruik onder religieuze mensen. Verder liep de kerkgang terug en daalden de financiële bijdragen aan de kerk, met mogelijkerwijs negatieve gevolgen voor de hulp aan armen. Of een omgekeerd effect zich in Nederland zal voordoen, is overigens niet zeker.”
Discussie over banencijfer
Redactie economie
Over het economisch nut van koopzondagen wordt al maanden gediscussieerd. Diverse meningen gingen over tafel. Vooral een banencijfer van brancheorganisatie Detailhandel Nederland maakte de tongen los.
Detailhandel Nederland (voorheen Platform Detailhandel Nederland) sloeg begin dit jaar alarm. Door het aanscherpen van de Winkeltijdenwet zouden 15.000 tot 20.000 banen verloren gaan. De omzet zou met 3 tot 4 procent dalen. In paginagrote advertenties deed de koepelorganisatie een beroep op de Tweede Kamer om een stokje te steken voor een beperking van het aantal koopzondagen.
Krimp
De cijfers leidden tot een spoeddebat in de Tweede Kamer, waarin met name D66, PVV, VVD en GroenLinks fel van leer trokken tegen de plannen van minister Van der Hoeven van Economische Zaken. De minister gaf geen krimp en benadrukte dat het wetsvoorstel een uitvloeisel is van het regeerakkoord.
PvdA-Kamerlid Smeets zette in een interview met deze krant vraagtekens bij het cijfer van de werkgeverskoepel. „Het verlies lijkt me wel wat overdreven, maar als uit onomstreden onderzoek zou blijken dat door de wetswijziging een substantieel deel van de werkgelegenheid verloren gaat, moet je jezelf afvragen of dat in de huidige tijd slim is.”
Volgens het CNV is het „een fabeltje” dat de koopzondag zorgt voor extra werkgelegenheid. Volgens bestuurder Fedde Monsma zijn sinds de invoering van de koopzondag juist tal van waardevolle voltijdbanen verloren gegaan. Daarvoor in de plaats kwamen deeltijdbanen met „pulpcontracten”, zo zei hij in deze krant.
Het CNV riep regeringspartij CDA op om deze feiten onder ogen te zien. Het CDA had eerder laten weten dat in het licht van de crisis werkgelegenheidseffecten nadrukkelijker moeten worden meegewogen bij een besluit over de afspraak uit het regeerakkoord over koopzondagen.
Minimaal
Uit de cijfers, die het Centraal Planbureau vanmiddag bekend heeft gemaakt, blijkt nu dat het banenverlies meevalt. Volgens het CPB gaat het op korte termijn om maximaal 2000 arbeidsjaren onder al het winkelpersoneel. Een arbeidsjaar staat gelijk aan een volledige baan. Op langere termijn zijn de gevolgen nog minder, er rest dan een verlies van enkele honderden voltijdsbanen. Ook de gevolgen voor de omzet zijn minimaal.
De brancheorganisatie wilde dinsdagmorgen nog niet reageren.
Grensgemeente de dupe
DEN HAAG – Winkels in grensgemeenten ondervinden het meeste omzetverlies door de daling van het aantal koopzondagen. Duitsers en Belgen shoppen hier tot nog toe graag.
In hun eigen land is die optie namelijk zeer beperkt. Zo moesten winkels in Duitsland tot voor kort op zondagen gesloten zijn. Uitzonderingen waren er voor onder meer apotheken en benzinestations. Sinds 2006 mogen deelstaten zelf de winkeltijden vaststellen, maar daar wordt nog relatief beperkt gebruik van gemaakt: in de aan Nederland grenzende deelstaten mogen winkels hoogstens vier zondagen per jaar maximaal vijf uren geopend zijn.
In België geldt de zondag in principe als een verplichte rustdag. Badplaatsen en toeristische gemeenten kunnen hiervan afwijken als burgemeester en schepenen hiermee instemmen. Er is een selecte lijst met gemeenten die volgens de wetgever voldoen aan de toeristische criteria.