„Broodje paling zoiets als broodje panda”
Stop de palingvisserij op den duur maar helemaal, zeggen natuurbeschermers. Alleen dat zal de paling nog redden, menen zij. Dinsdag overhandigden ze een petitie in de Tweede Kamer.
Het is druk op het Binnenhof deze week, met voor- en tegenstanders van een vangstverbod op paling.Het Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Stichting De Noordzee en Sportvisserij Nederland benadrukten vandaag hoe ernstig de situatie van de palingbestanden is. Volgens hen is het happen in een broodje paling vergelijkbaar met het happen in een broodje panda: beide dieren staan op de Rode Lijst van met uitsterven bedreigde soorten.
De natuurbeschermers pleiten voor handhaving van het vangstverbod –twee maanden dit najaar, en in 2010 drie maanden– dat minister Verburg heeft afgekondigd.
De palingvissers melden zich donderdag bij de Kamer in de hoop dat het vangstverbod niet doorgaat. Zo’n verbod betekent het einde van veel bedrijven, vrezen zij: het kost hun een half jaarinkomen.
Bovendien menen ze dat het herstelplan waarvoor zij zich sterk maken –waarbij 157 ton schieraal wordt uitgezet, zodat die vis ongehinderd verder kan zwemmen naar de Sargassozee om te paaien– meer oplevert voor de palingstand dan een vangstverbod.
De Tweede Kamer buigt zich donderdag over het vangstverbod van Verburg.
Volgens Carel Drijver (WNF) is een volledig vangstverbod op paling uiteindelijk de enige manier voor de paling om te overleven. „Het gaat zo slecht, dat elke paling die nu wordt gevangen er een te veel is. Overigens duurt het zelfs als er een totaal vangstverbod is, nog zestig tot tweehonderd jaar voordat de palingstand weer op het gezonde niveau is.”
Drijver denkt niet dat het kweken van deze vis een oplossing biedt. „Veel mensen denken dat, maar paling plant zich niet in gevangenschap voort.” Hij wijst erop dat ook jonge palingen die worden opgekweekt, afkomstig zijn uit het wild.
Volgens de natuurorganisaties en de sportvissers is de beroepsvisserij (met vangsten van 900 ton per jaar) verantwoordelijk voor 70 procent van de palingsterfte in Nederland. Aal vindt verder de dood in stuwen en gemalen (elk jaar 50 ton) of in de bek van aalscholvers (ook 50 ton per jaar). „Het palingbestand in Nederland is sinds de jaren vijftig met 95 procent afgenomen en ook de glasaal is minder dan 1 procent van wat het was”, stellen ze.
De groeperingen zeggen oog te hebben voor de situatie van de beroepsvissers. „Maar bij onvoldoende effectieve maatregelen is de palingvisserij binnen afzienbare tijd sowieso niet meer mogelijk.” Ze vinden dat het vangstverbod van drie maanden een opstapje moet zijn naar een volledige stop van de palingvisserij.