Gezin met twee kinderen populairst
Nederlandse vrouwen krijgen steeds minder kinderen. Grote gezinnen komen bijna niet meer voor. Toch groeien maar weinig kinderen zonder broer of zus op.
Dat blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS onderzocht gezinnen met kinderen tussen de 8 en de 12 jaar.
Het gezin met twee kinderen komt veruit het meest voor in deze groep. Meer dan de helft van de bijna 1 miljoen onderzochte huishoudens telt twee thuiswonende kinderen. Gezinnen met maar één kind vormen 20 procent van de onderzochte groep. Gezinnen met drie kinderen komen iets vaker voor.
In de onderzochte groep komen gezinnen met twee kinderen het meest voor. Daarnaast heeft een grote groep -bijna de helft van de kinderen- gezelschap van meer dan één broer of zus. Bijna alle kinderen hebben ten minste nog één thuiswonende broer of zus. Slechts een op de elf kinderen is enig kind. Dat zijn er minder dan de kinderen die met drie broers of zussen thuis wonen.
Het gezin dat bestaat uit twee ouders en twee kinderen is het populairst. De grootste groep kinderen van 8 tot en met 12 jaar maakt er deel van uit. Gezinnen met drie of meer kinderen komen iets minder vaak voor. Slechts 6 procent van de kinderen in een gezin met twee ouders is enig kind.
Eenoudergezinnen tellen naar verhouding vaker maar één kind. Toch komt het maar weinig voor dat eenoudergezinnen slechts één kind hebben. Slechts een op de dertig kinderen woont alleen met vader of moeder, zonder broer of zus. Driekwart van de kinderen in eenoudergezinnen heeft een of meer broers of zussen.