Dat stelde Evert Verhulp, hoog­leraar arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, woensdag desgevraagd.Verhulp bestudeerde het financiële contract tussen Ramadan en Rotterdam. Daarin is opgenomen dat de gemeente de verbintenis met de islamoloog onder meer kan opzeggen als er „fundamentele argumenten” zijn. De opzegtermijn is twee maanden. Volgens Verhulp biedt dat weinig ruimte voor een procedure.

Verantwoordelijk wethouder Grashoff (GroenLinks, Integratie) zei al eerder dat de opzegtermijn wordt gerespecteerd, maar dat Rotterdam in die periode geen gebruik meer maakt van de diensten van de islamoloog. „Dat kan hij aanvechten, maar de vraag is wat je ermee wint”, aldus Verhulp.

Grashoff stuurde het financiële contract onlangs naar de gemeenteraad. Daaruit blijkt dat Ramadan in de periode januari 2009 tot en met februari 2011 jaarlijks circa 70.000 euro bruto zou hebben verdiend: circa 16.000 euro voor zijn bijzondere leerstoel aan de Erasmus Universiteit en 55.000 euro voor zijn bijdrage aan het programma Burgerschap en Identiteit voor de gemeente. In de verbintenis waren ook regelingen opgenomen voor onkosten.

Het college van burgemeester en wethouders besloot half augustus het contract van Ramadan te ontbinden. De gemeente noemde het onacceptabel dat de integratieadviseur een wekelijks tv-programma maakt voor de door de Iraanse regering gefinancierde zender Press TV. Ramadan kondigde direct aan een procedure te beginnen, omdat hij in zijn eer en waardigheid is aangetast. „Je kunt iemand niet zo behandelen”, zei hij.

Ramadan wil praten over een betrekking bij de Universiteit van Amsterdam, maar de voorzitter van het college van bestuur heeft zijn bedenkingen.