Medicijn en media
Medicijnfabrikanten spannen de media voor hun karretje om zoveel mogelijk medicijnen te verkopen. En journalisten prikken te weinig door hun campagnes heen en werken zo, onbedoeld, aan deze praktijk mee. Het programma TROS Radar legde hier gisteravond de vinger bij.
De redactie van het programma heeft de proef op de som genomen door een campagne te verzinnen over zogenoemde winderigheid. In die campagne is een onderzoek verwerkt dat daadwerkelijk is uitgevoerd door onderzoeksbureau TNS NIPO. De conclusie in dat onderzoek is dat één op de vier Nederlanders last heeft van het bewuste ongemak. Diverse persbureaus en media namen de conclusies over.De farmaceutische industrie zou misbruik maken van de media. In Nederland mag geen reclame worden gemaakt voor medicijnen die alleen op doktersrecept te verkrijgen zijn. Daarom lanceren farmaceuten, volgens de TROS, regelmatig campagnes die gericht zijn op de kwaal in plaats van op de middelen ertegen. Voorbeelden zijn erectieproblemen, schimmelnagels en maagzuur. In die campagnes zou dan de boodschap verstopt zitten om naar de huisarts te gaan, zodat bepaalde medicijnen voorgeschreven kunnen worden.
Feit is dat, met de komst van internet, iedere patiënt ook een beetje arts lijkt te zijn geworden. Wie last heeft van een bepaalde kwaal hoeft niets anders te doen dan wat te googelen op internet om een stroom aan informatie te krijgen. Niet zelden komen mondige patiënten dan ook bij de huisarts op het spreekuur met niet alleen een klacht, maar ook met de diagnose en tevens de naam van het medicijn dat ze voorgeschreven willen krijgen.
Dat er beïnvloeding is van patiënten via de media, staat als een paal boven water. De stelling echter dat farmaceuten mensen aanzetten tot onnodig medicijngebruik, zal waar zijn, maar behoeft wel een kanttekening. Want hoe men het ook wendt of keert, het is de huisarts die een medicijn voorschrijft. En uiteindelijk mag van een medicus worden verwacht dat deze de druk van de reclame en die van zijn patiënt kan weerstaan en op basis van eigen bevindingen een medicijn al of niet uitschrijft.
Patiënten hebben op hun beurt de verantwoordelijkheid om op verantwoorde wijze om te gaan met informatie die ze van internet halen. Die gegevens mogen nooit de norm zijn voor een diagnose en een behandelplan. Een huisarts stelt de diagnose en schrijft een behandeling voor. Dat vervolgens een patiënt het internet en andere media gebruikt om meer over zijn aandoening en behandeling te weten te komen, is natuurlijk geen probleem. Sterker: deze aanvullende informatie kan voor een patiënt van groot belang zijn.
Patiënt, arts en farmaceut moeten ieder hun eigen plaats kennen. Voor de farmaceut betekent dit dat deze niet de patiënt maar de arts moet overtuigen van de kwaliteit van het geproduceerde medicijn. Het is daarom een goede zaak dat de Stichting Code Geneesmiddelenreclame stappen gaat ondernemen tegen partijen die op websites reclameregels voor geneesmiddelen overtreden.