Buitenland

Irak-brief strooit zout in EU-wonden

De kans dat de EU in het vervolg van de kwestie Irak met één mond zal spreken, lijkt definitief verkeken. De brief waarin acht leiders hun solidariteit betuigen met de Verenigde Staten werkt als een splijtzwam.

A. A. C. de Rooij
1 February 2003 00:17Gewijzigd op 14 November 2020 00:06

„Laten we ons realiseren dat niet de regering in Washington de kern van het probleem is, maar het misdadig regime in Bagdad”, hield de fractievoorzitter van de christen-democraten in het Europees Parlement, de Duitser Pöttering, deze week de critici ten aanzien van het beleid van de VS voor. Een passende terechtwijzing, want het vooral gefocust zijn op de koers van het Witte Huis heeft Saddam inmiddels een aardig succes opgeleverd: partijen uit elkaar gespeeld, onenigheid binnen de Unie en dreigende verwijdering tussen lidstaten en de Amerikanen.

Vorig najaar kende de EU ”de bende van vier”. Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland en Zweden verzetten zich toen tegen een in hun ogen financieel te royaal gebaar in de richting van de toetredingsnaties. Ditmaal wordt naar analogie gepraat over ”de bende van acht”. De kabinetsaanvoerders van het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië, Denemarken, Portugal en van de kandidaat-leden Polen, Hongarije en Tsjechië hebben in een donderdag in een aantal gerenommeerde kranten gepubliceerde open brief steun toegezegd aan de VS. Op hen kan Bush bij een eventuele oorlog in ieder geval voluit rekenen.

Afgelopen maandag deden de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, na veel voorbereidende contacten van huidig voorzitter Griekenland, een poging de gelederen te sluiten. Dat resulteerde in een mager communiqué, waarin zij alleen uitspraken dat de VN-wapeninspecteurs in Irak de gelegenheid moeten krijgen hun werkzaamheden voort te zetten. Meer gemeenschappelijks bleek niet haalbaar.

Of was het misschien toch het begin van een toenadering tussen enerzijds Duitsland en Frankrijk, die een aanval voorlopig afwijzen, en anderzijds de partners onder aanvoering van de Britten, die trouw de bondgenoten aan de overzijde van de oceaan wensen te volgen? Buitenlandcoördinator Solana zei woensdag niet overdreven pessimistisch te zijn over het vermogen om uiteindelijk alsnog op één lijn te komen.

Met de jongste gang van zaken zijn de vijftien echter terug bij af en wordt de verdeeldheid pijnlijk geëtaleerd. Deze actie strooit zout in de wonden van hun altijd al stroeve samenwerking in de sfeer van de buitenlandse politiek.

„Dit oogt als inderdaad het Europa van Rumsfeld”, merkt een diplomaat in Brussel op. De genoemde Amerikaanse minister van Defensie stelde vorige week in schampere bewoordingen de tweedeling binnen de EU aan de kaak. Hij duidde Duitsland en Frankrijk met hun afstandelijke positie tegenover Washington aan als „het oude Europa.”

De Spaanse premier, Aznar, zou het initiatief hebben genomen tot de ongebruikelijke stap van een schriftelijke verklaring voor het publiek. Het lijkt erop dat hij en collega’s als zijn Britse ambtgenoot Blair vooral hun ongenoegen willen tonen over de handelwijze van president Chirac en bondskanselier Schröder.

Die opereren de laatste maanden als hechte vrienden. Zij hebben de traditionele Frans-Duitse as in ere hersteld en eisen met hun tweeën de hegemonie op. Zij proberen, zonder overleg met de rest, de zaken naar hun hand te zetten: samen een standpunt bepalen en dat als min of meer voldongen feit presenteren aan de overige lidstaten.

Dat gebeurde in oktober in het geschil over de landbouwuitgaven. In januari traden zij naar buiten met een compromis over de toekomstige bestuurlijke inrichting van de Unie. En ook in de crisis rond Irak wisten zij elkaar te vinden. Hun recente onderonsje, dat resulteerde in een mededeling over hun weerzin tegen een militaire interventie, heeft waarschijnlijk veel irritatie opgeroepen.

Duitsland en Frankrijk handelen op eigen houtje. Groot-Brittannië en Spanje kiezen zelf hun route. Premier Simitis van Griekenland werd als fungerend voorzitter overal buiten gehouden en moest het nieuws via de krant vernemen. De kloof tekent zich in volle omvang af. Europa kan het wel vergeten dat het onder deze omstandigheden in het conflict met Bagdad nog een rol van betekenis zal spelen.

Ondertussen is Saddam Hussein de lachende derde. „Alleen deze dictator heeft belang bij verdeeldheid”, constateert de Zweedse premier Persson in een reactie. Hij vervolgt: „Sterke internationale pressie op hem is wat we nodig hebben en elk teken dat we niet eensgezind zijn, tast die pressie aan. Het is een vreemde situatie als niet hij, maar de discussie tussen partijen binnen de NAVO en binnen de EU onder druk staat. Dat vind ik een slechte en gevaarlijke ontwikkeling.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer