Opinie

Subjectieve kijk op lijden als grond voor euthanasie

”Lijden” als grond voor euthanasie wordt in toenemende mate subjectief ingevuld, reageert prof. dr. H. Jochemsen op de ingezonden brief van de NVVE (RD van zaterdag).

27 August 2009 09:21Gewijzigd op 14 November 2020 08:32
„De ervaring van aftakeling en vrees voor verder lijden vormen belangrijke redenen voor euthanasie.” Foto Stock Exchange
„De ervaring van aftakeling en vrees voor verder lijden vormen belangrijke redenen voor euthanasie.” Foto Stock Exchange

Walburg de Jong van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) reageert op het verslag in deze krant van mijn bijdrage aan het World Congress of Families. In die toespraak heb ik in twaalf minuten een globaal overzicht gegeven van de situatie in Nederland inzake euthanasie en palliatieve zorg. Dan gaan –te meer in een verslag– nuances en bijzonderheden verloren. Om duidelijk te maken dat de aantijgingen van De Jong aan mijn adres ongegrond zijn, geef ik enkele hoofdlijnen van mijn verhaal weer, waarin impliciet op zijn kritiek wordt ingegaan.In Nederland is euthanasie wettelijk toegestaan onder een aantal voorwaarden, waarvan ondraaglijk, uitzichtloos lijden en een vrijwillig verzoek cruciaal zijn. Maar beide zijn rekbare begrippen en de invulling ervan wordt ook steeds meer opgerekt.

De mensenrechtencommissie van de VN stelde recent vragen bij de garantie van de vrijwilligheid. En euthanasie vindt nauwelijks nog plaats op grond van onbehandelbaar lichamelijk lijden. De ervaring van aftakeling, vrees voor verder lijden, gevoel van afhankelijkheid en dergelijke vormen belangrijke redenen voor euthanasie.

Dergelijke ervaringen vertegenwoordigen ongetwijfeld ook een vorm van lijden. Maar tegelijkertijd wordt de invulling van lijden daarmee in toenemende mate subjectief en gaat de discussie nu over de vraag of ”lijden aan het leven” voldoende grond is voor euthanasie of hulp bij zelfdoding. Voor mij is zonneklaar dat dit veel verder gaat dan de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever en dat het vaststellen van de mate van dergelijk lijden niet tot de medische competentie behoort.

Tegelijkertijd moet niet de indruk bestaan dat artsen in Nederland in het algemeen gemakkelijk overgaan tot euthanasie; er worden drie maal zo veel verzoeken om euthanasie gedaan als er worden uitgevoerd. En op een vraag uit de zaal heb ik gezegd dat bejaarden die duidelijk maken wat ze wel en niet willen op dat punt, niet bang hoeven zijn voor ongewilde levensbeëindiging. Wel kan er druk ontstaan uit de omgeving om te vragen om euthanasie. Familieleden zorgen niet alleen vaak op bewonderenswaardige wijze voor een ongeneeslijk ziek familielid, vaak noemen zij ook als eerste de mogelijkheid van euthanasie.

Hospices

Veel artsen zijn –terecht– terughoudend ten aanzien van uitvoering van euthanasie; volgens de NVVE soms veel te terughoudend. Daarin ligt mijns inzien ook een achtergrond van het hoge aantal gevallen van continue diepe sedatie (onbehandelbare lijdende mensen in de allerlaatste levensfase in slaap brengen tot ze sterven). Sedatie vindt ook plaats buiten de strikte regels die ervoor gelden, als een vervanging van euthanasie. Dat is een probleem waarnaar nu terecht onderzoek plaatsvindt.

Gelukkig is er het laatste decennium in Nederland veel meer aandacht gekomen voor palliatieve zorg. De ervaring van veel hospices in Nederland is evenals die in andere landen dat bij goede integrale palliatieve zorg een eventuele vraag naar euthanasie meestal verdwijnt. Overigens is het aantal instellingen dat palliatieve zorg verleent zo snel gegroeid dat de vraag naar de kwaliteit actueel blijft.

De auteur was tot voor kort directeur van het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut, centrum voor medische ethiek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer