Het liefst een kindermenu
Had u deze zomer ook zo’n moeite om op vakantie het werk thuis te laten? Ik wel. En dat kwam niet omdat ik zo’n workaholic ben, integendeel. Wel omdat ik op vakantie met mijn werk geconfronteerd werd.
Vlak voordat ik mijn koffers pakte, had de Groningse hoogleraar Frank Anker-smit me er in een interview over de financiële crisis op gewezen dat niet enkel topbankiers op Wallstreet de publieke zaak onverschrokken voor het karretje van hun private belang spannen. Hij zag dicht bij huis en op veel kleinere schaal soortgelijke dingen gebeuren: ondernemers in eigen land, stad of dorp die erop uit zijn potentiële klanten een loer te draaien. Die hun publieke rol misbruiken ten dienste van hun eigen hachje. De manier waarop iedere vrijdag- en zaterdagavond caféhouders klanten volgieten met alcohol met het argument „dat ‘ho zeggen’ nu eenmaal de verantwoordelijkheid van de klant is”, is daarvan een stuitend voorbeeld.Ankersmits woorden werden voor mij waar onder de brandende zon in het Zeeuwse Zoutelande, waar ik met het gezin op een terrasje de menukaart zat te bestuderen.
Kindermenu’s, had mijn vrouw al eerder ontdekt, bieden nogal eens volwassen porties friet of ander lekkers. Het enige dat het tot kindermenu maakt is de naam, of de uitstraling: opgeleukt met een poppetje. Wie dat als volwassene slikt heeft voor een kinderprijs een volwassen maaltje.
Maar restauranthouders weten het: volwassenen wensen geen kindermenu, simpelweg omdat die zich ervoor generen. Staan er ook menu’s voor volwassenen op de kaart? Zeker, alleen krijg je dan dure tongfilet op je bord. Door een goedkoop bord friet als kindermenu te slijten, drijft een slimme restauranthouder iedereen die volwassen is (of wil zijn, en dat is vaak al vanaf 12-plus) naar de dure menu’s.
Daar trappen wij dus niet in, dacht mijn vrouw in Zoutelande, en ze bestelde zeven kindermenu’s. Ik meende een lichte glimlach bij de serveerster te ontwaren toen ze de bestelling opnam. En ik zag op het overvolle terras mijn vier tafelgenoten van 16 en ouder blozend wegduiken achter hun kaart. Ook zelf voelde ik de bui hangen: zit ik straks met een bord patat waarin een parasolletje is geprikt.
Het viel uiteindelijk mee, we kregen een gewoon bord friet. Daar zou de serveerster wel even verandering in brengen. Frontaal kwam ze bij ons staan en noemde zeven keer luid en duidelijk wat ieder kreeg. Voor mijnheer een kindermenu. Voor mevrouw een kindermenu, enzovoort. Nooit geweten (en gemerkt) dat je op een druk terras zo persoonlijk wordt behandeld!
Toen we na een klein uur vertrokken kon ik het niet laten de serveerster met een knipoog te groeten. Ze had immers goed haar best gedaan ons af te straffen voor het niet meedoen aan het spelletje dat haar baas ook voor ons in petto had.
Uiteraard werkt de kindertruc lang niet overal. En wie een kinderfiets koopt, krijgt toch echt iets anders. Intussen kan ik het iedereen aanraden: koop een kindermenu, maar weet dat serveersters u zullen tergen. Ze zullen als pipo verkleed bij uw tafeltje blijven hangen, of pappa een speeltje laten uitkiezen. Ik zou zeggen: gewoon meespelen, en daarna een lange neus trekken.
Zoiets is ook leerzaam, want wie op die manier zijn bordje leeg eet, heeft iets geproefd van de vaak dagelijkse vernederingen die arme gezinnen ondergaan in ontwikkelingslanden. Omdat ze zijn overgeleverd aan de commerciële praktijken van dorpsgenoten, die als geldschieters torenhoge rentes vragen.
Meer oog voor (en daadkracht tegen) morele crisisgevallen in eigen omgeving is winst, extra aandacht voor misstanden elders is een extra bonus voor wie in deze tijd van crisis dreigt te vervallen in kortzichtig zelfmedelijden.
Ab Jansen.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.