Kerken op zoek naar identiteit
Veel kerkelijke gemeenten zijn op zoek naar hun identiteit. Zij worstelen met de praktische uitvoering van de opdracht om gemeente te zijn voor elkaar en voor anderen. Het is immers de opdracht van de kerk een levende geloofsgemeenschap te zijn met een Woord voor de wereld. Maar hoe doe je dat? In ”Gemeente in beweging” wil Aart Peters, gemeenteadviseur van de Protestantse Kerk in Nederland, een handreiking doen met het oog op allerlei maatschappelijke en kerkelijke trends.
”Gemeente in beweging” is een deel in de Artios Reeks, uitgegeven in samenwerking met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. De schrijver start de zoektocht met meditatieve overwegingen bij het gemeente-zijn. Vanuit enkele Bijbelteksten komt een aantal aspecten aan de orde. De gemeente is de plaats waar ware rust te vinden is, waar gebrekkige mensen in de dienst van de Heere zich afhankelijk weten van Zijn leiding. De gemeente is ook de plaats waar de herderlijke zorg te vinden is, waar alle leden van het lichaam ertoe doen en waar men elkaar uitnemender acht dan zichzelf. Op de akker van de gemeente wordt groei gevonden in het kennen van Christus, zoals de graankorrel sterft in de aarde en vervolgens veel vrucht draagt.Woord centraal
De schrijver staat vervolgens stil bij allerlei ontwikkelingen. Hij constateert twee fundamentele problemen. Het eerste is dat de kerkenraad zich te weinig bezint op het gemeentewerk en het tweede dat er veel activiteiten in de gemeente plaatsvinden die dikwijls niet met elkaar samenhangen. Veel initiatieven worden hartelijk begroet en krijgen alle ruimte, maar er ontbreekt dan een ambtelijke lijn vanuit de kerkenraad voor overleg, voeding en terugkoppeling.
Peters wijst erop dat het Woord in de eredienst een centrale plaats moeten innemen. Daaromheen zijn de activiteiten van toerusting, van huisgodsdienst, vorming en catechese gegroepeerd. En op dit alles komt best wat af. Allerlei trends beïnvloeden het kerkelijk leven, zoals de ik-gerichtheid van de gemeenteleden, de moderne technieken, de wereldwijde, razendsnelle uitwisseling van goederen en diensten, de vervrouwelijking van de samenleving, de vergrijzing. Het is allemaal van invloed op het gemeenteleven.
Hoe moeten we hiermee omgaan? Peters benadrukt dat de gemeente van Christus altijd en in elke tijd het Woord van God centraal moet stellen. Dit Woord is niet naar de mens. Velen horen graag een ”feelgoodverhaal”, maar het Woord van God is tegendraads.
Peters bespreekt diverse actuele visies op de gemeente, zoals de gemeente als herberg, de missionaire gemeente en de doelgerichte gemeente. Hij onderstreept de noodzaak van een heldere Bijbelse visie. Het is van belang dat broeders van de kerkenraad er van hart tot hart met elkaar over spreken waarvoor men in de gemeente wil gaan en staan. Komen zij daar niet te weinig aan toe?
Bezinning en rust
Peters bespreekt op concrete wijze allerlei onderwerpen die met de gemeente, haar vorming en opbouw te maken hebben. Hoe kunnen we gemeente zijn voor de wijk waarin de kerk staat? Welke belangrijke taakgebieden moeten we in de gemeente onderscheiden? Peters signaleert dat kerkenraden soms moeite hebben met de toename van allerlei kringen. Hij benadrukt het belang van een goede structuur, afstemming, toerusting door de ambtsdragers.
Het laatste hoofdstuk handelt over de vrijwilligers in de gemeente, het kerkbestuur en de ambten. De schrijver pleit voor bezinning en rust in de kerkelijke vergaderingen. Het kan niet dat een kerkenraadslid na de opening binnentreedt en te horen krijgt: „Je hebt nog niets gemist, we hebben net de opening gehad.”
”Gemeente in beweging” is een praktische handreiking geworden. Behartigenswaardige zaken passeren op een inzichtgevende en beslist niet opdringerige wijze de revue. De taal is alledaags. Alle hoofdstukjes worden afgesloten met enkele gespreksvragen, zodat het boekje als bezinningsmateriaal kan dienen voor kerkenraden en andere belangstellenden. Het boek is gericht op de Protestantse Kerk in Nederland, al kunnen ook andere kerken zich aangesproken voelen. Het biedt aan het begin van het seizoen van allerlei ambtelijke bezigheden veel stof tot nadenken.
Zonde en genade
Een tweetal vragen bleef er na het lezen ervan hangen. Allereerst de vraag waar in dit boekje de diepere grondtonen van het Evangelie worden bespeeld. Ik denk hierbij aan de tweelingwoorden zonde en genade, verlorenheid en redding, oud en nieuw leven. Zowel het een als het ander kenmerkt de gemeente. De toonzetting van het boek is optimistisch. De inzet van Peters is de realiteit van de genade, de redding, het nieuwe leven. Toch is er ook die andere kant, die van de zonde, die van de gebrokenheid en het ongeloof, die van de onvolmaaktheid en het: „Ik ben, o Heer’, een vreemd’ling hier beneên.”
Bovendien is de gemeente een gemengd lichaam, een vermenging van het ware koren met het daarop gelijkende onkruid. De andere vraag is waar in de visie op de gemeente de akkoorden van de belijdenisgeschriften tot klinken worden gebracht. Ik denk hierbij niet alleen aan de aandacht voor de totale verdorvenheid van de mens, maar evenzeer aan Gods verkiezende liefde in Christus Jezus, Die uit heel deze wereld door Zijn Woord en Geest een kerk vergadert, beschermt en onderhoudt.
We belijden het geloof in een heilige, algemene christelijke kerk. Op deze kerk is de taal van het geloof van toepassing, namelijk dat de kerk uiteindelijk nooit een product kan zijn van eigen inspanning of van optimale organisatie, maar alleen vrucht is van de bediening van Christus, door Zijn Woord en Geest. Deze melodie is niet geheel afwezig, maar had sterker mogen doorklinken. Temeer omdat onze hoop en verwachting nooit van ons kan zijn, maar van Christus alleen.
N.a.v. ”Gemeente in beweging. Op zoek naar een bijbelse visie”, door Aart Peters; uitg. Groen, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 5829 921 5; 184 blz.; € 12,50.