Cultuur & boeken

Gids door de geschiedenis van het christendom

Eginhard P. Meijering is een geleerde, maar ook vruchtbare schrijver. De laatste jaren zijn van hem verschillende boeken verschenen, die allemaal zeer lezenswaardig zijn. Onder meer ”Het Nederlandse christendom in de 20e eeuw” (2007) en zijn pamflet ”Het roer moet om” (2008), waarin hij de moderne theologie op de korrel neemt en ernstige vragen heeft bij de manier waarop zijn eigen generatie –Meijering is geboren in 1940– met het evangelie en de theologie is omgegaan.

Drs. A. J. van den Herik
26 August 2009 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 08:31

Deze twee titels tekenen Meijering als een schrijver die volop in de actualiteit staat: hij kent de geschiedenis van de 20e-eeuwse theologie (Barth, Van Niftrik, Noordmans, Miskotte, ter Schegget en vele anderen) uitstekend en is tevens niet beducht om deze geschiedenis van kritische kanttekeningen te voorzien.Zijn eigenlijke kennis geldt echter vooral de Vroege Kerk, dat wil zeggen: grofweg de eerste vijf eeuwen van de christelijke jaartelling. We moeten hierbij denken aan de kerkvaders Athanasius, Augustinus, de drie grote Cappadociërs, Hiëronymus en Irenaeus. Wie ooit een van Meijerings publicaties op dit terrein gelezen heeft, weet dat hij op dit gebied een autoriteit is, die er tevens oog voor heeft hoe de theologie van de kerkvaders doorgewerkt heeft in de Reformatie en bij middeleeuwse theologen.

Kortom: we hebben bij Meijering te doen met een allround geleerde in de kerk- en dogmengeschiedenis, die tevens oog heeft voor de nood van de theologie in onze tijd. Deze liefde voor de kerk en haar geschiedenis en zijn verlangen om zo veel mogelijk mensen hierin te doen delen, hebben Meijering aangezet om nog een nieuw boek te schrijven: ”Kleine encyclopedie van het christendom”.

In deze encyclopedie wil Meijering mensen hulp bieden om de kerkelijke discussies en de kerkgeschiedenis beter te begrijpen. Dat enige hulp hierbij nodig is, werd al in het bovenstaande duidelijk. Want wie kan direct de bovenstaande namen van kerkvaders en moderne theologen plaatsen en in één zin duidelijk maken wat ze bedoelden? Een handboek dat enige toelichting geeft is daarom zeer welkom.

Breed

Zo’n ”hulp voor onderweg” –vademecum– wil de Kleine encyclopedie zijn. Meijering trekt in zijn inleiding de kring breed: hij schrijft voor mensen die iets meer over het christendom willen leren en voor theologisch geïnteresseerden. Dit betekent dat in dit boek een groot scala aan onderwerpen aan de orde komt. Algemene informatie over de Bijbelboeken en zeer specifieke informatie over theologische kwesties.

Dit is tevens een van de zwakkere punten van het boek. Enerzijds veronderstelt Meijering nauwelijks voorkennis van het geloof –bijvoorbeeld als hij uitlegt, dat het Bijbelboek Handelingen het begin beschrijft van de christelijke kerk– terwijl hij anderzijds uitgaat van een behoorlijke theologische interesse, als hij een begrip aan de orde stelt als ”analogia entis” (”overeenkomst in zijn”). Dit laatste begrip kom je waarschijnlijk alleen in studieboeken tegen die gaan over onder anderen Thomas van Aquino. Is het logisch te veronderstellen dat beide groepen mensen naar ditzelfde boek zullen grijpen?

De beknopte manier van behandelen waarvoor Meijering kiest, waarbij elk onderwerp slechts een korte toelichting krijgt, heeft ook als nadeel dat de uitleg soms wel erg beknopt is en daardoor te algemeen blijft. Regelmatig levert het nazoeken van bepaalde begrippen of personen in bijvoorbeeld Wikipedia meer informatie op dan Meijering geeft.

Eén keer bepaalt de persoonlijke interesse van de auteur de keuze van het onderwerp. Dit is het geval bij het artikel over E(g)inhard, een vertrouweling van Karel de Grote (rond 800), die een levensbeschrijving van hem maakte. Deze man heeft dezelfde voornaam als de auteur.

Historisch-kritisch

De auteur is sterk als het gaat om de toelichting van personen en begrippen uit de kerk- en theologiegeschiedenis. Als het echter gaat om de uitleg van Bijbelse begrippen en personen is deze Encyclopedie echter te mager en houdt de uitleg te veel rekening met de historisch-kritische Bijbelwetenschap. Zo is de helft van het toch al korte stukje (7 regels) over de evangelist Johannes, gevuld met de mededeling dat moderne wetenschappers ervan uitgaan dat Johannes niet de schrijver van het Johannesevangelie was. Of je nu echt op deze informatie zit te wachten, is de vraag.

Voor wie echter geïnteresseerd is in de theologie en kerkgeschiedenis, is Meijering een uitstekende en deskundige gids. Vooral studenten in de theologie kunnen heel wat aan dit boek hebben. Het boek is mooi uitgegeven, maar heeft op blz. 60 (over Cats) een taalfout: ”Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt (en niet achterhaald) haar wel”.

N.a.v. ”Kleine encyclopedie van het christendom”, door Eginhard Meijering; uitg. Balans, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 501 8963 7; 288 blz.; € 15,–.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer