Cultuur & boeken

Ieren zijn nu eenmaal gek op woorden

De Ierse boekenstad Graiguenamanagh presenteert zich nog bescheiden: er is slechts één boekwinkel. Maar met het jaarlijkse boekenfestival in september heeft het stadje zich toch op de kaart weten te zetten. Als het aan de hoteleigenaar Brian Roberts ligt is Graig, zoals het plaatsje in de volksmond heet, binnen enkele jaren een begrip.

Aad van Toor
26 August 2009 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 08:31
Ieren houden van woorden: ze praten graag, zingen veel, houden van gedichten en kunnen bij dat alles nooit loskomen van hun Ierland. Het stadje Graiguenamanagh is verheven tot „boekenstad van Ierland.” Foto’s RD
Ieren houden van woorden: ze praten graag, zingen veel, houden van gedichten en kunnen bij dat alles nooit loskomen van hun Ierland. Het stadje Graiguenamanagh is verheven tot „boekenstad van Ierland.” Foto’s RD

De hoofdweg naar Graiguenamanagh bestaat uit water. De rivier de Barrow zoekt z’n loop in een min of meer strakke lijn van Noord- naar Zuid-Ierland en wordt in bedwang gehouden door heuvels aan beide zijden, op hun beurt geholpen door 23 schutsluizen. Het dorp Graig –want veel meer is het niet– klemt zich vast tussen de heuvels en de oever van de rivier en lijkt geheimzinnig opgehangen onder een deken van mist.Het afsluiten van de Barrow voor handelsscheepvaart, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, leidde tot het treurig einde van alle bedrijvigheid in Graig. De kade, waaraan eeuwenlang mais, wol, bier en steenkool gelost en geladen werden, bleef eenzaam en berooid achter; ten prooi aan verval. Van de bloeiende middenstand bleef weinig over; een bakker, een slager en enkele pubs. Graig zakte weg door werkloosheid en ontvolking.

De totale ondergang bleef echter uit. Onder de as van het stadje gloeien namelijk nog enkele kooltjes die de moeite van het aanblazen waard zijn: te midden van Graiguenamanagh –letterlijk dorp van de monniken– staat immers de grootste abdijkerk van Ierland. Cisterciënzer monniken uit het Engelse Wiltshire bouwden in 1204 niet toevallig hier hun klooster, Graig was al lange tijd daarvoor een religieus centrum.

En ter hoogte van de waterval staat toch het Tinnahinch Castle, al in 1620 gebouwd door James Butler, terecht ”de roekeloze” genoemd. De laatste Butler die het kasteel in de zeventiende eeuw bewoonde moest het echter stellen met de bijnaam ”de krankzinnige”. Hij werd door zijn zwager, die zijn zuster tegen de dwaas in bescherming nam, vermoord. Het kasteel bleef sinds die tijd onbewoond; verviel tot een ruïne en vormt nu het decor voor ijzige fantasieën.

En de rivier de Barrow zelf, weliswaar ongeschikt voor handelsverkeer, biedt toch veel mogelijkheden voor watersport en pleziervaart. Bovendien nodigt het omringende landschap –ongerept en typisch Iers– uit tot urenlange wandelingen.

Dat alles kan gecombineerd worden met Graig als ”Boekenstad van Ierland”. Zo kan de stad nog tot een nieuwe bloeiperiode worden gebracht. Graig als cultureel centrum van het land, drukbezocht door kerkbezoekers en boekenliefhebbers, door schippers en wandelaars.

Daarvan dromen tenminste Brian Roberts en Robert Durie. Beide mannen zijn meer dan belangstellend in het wel en wee van de stad; ze zijn belanghebbend. De een drijft het Waterside Guesthouse aan de kade, de ander heeft zijn buitenverblijf Ballyogan House aan de New Ross Road omgebouwd tot bed & breakfast. Meer toeristen in het stadje betekenen meer overnachtingen; meer overnachtingen zorgen voor meer inkomsten en meer inkomsten maken Graig welvarender.

Onmogelijke uitspraak

De naam van het stadje werkt niet mee aan de popularisering van Graiguenamanagh. Het valt nauwelijks uit te spreken. Krekkenemmunnek, zou je op het eerste gezicht zeggen. Maar da’s fout. Ieren spreken het wat zangerig uit. Zoals de mist om de bergen hangt, wat geheimzinnig: Kreek unamanaeee. Het vraagt wat oefening en concentratie, dan lukt het wel. Hoewel, bij onverwachts gebruik van de naam loop je steeds weer vast. Alsof je amandelen als een ouderwetse schutsluis je keel afknijpen en het woord bij de derde lettergreep in ademnood wegglipt.

Schaamte daarover is onnodig; de Dubliner Johnny, autoverhuurder bij Herz, kent het stadje niet eens en weet er met de beste wil van de wereld geen uitspraak bij te bedenken.

Voor de satelliet blijft het stadje aan de Barrow niet verborgen en TomTom leidt je er via de N9 en de R705 heen.

Het treft: in Ballyogan House logeren vijf schoolvriendinnen van eigenares Fran Durie. Weliswaar hebben de dames inmiddels een respectabele leeftijd bereikt, maar zo enkele dagen ontspannen bij elkaar, los van echtgenoten en dagelijkse plichten, komen ze echt los. Het is een aparte gewaarwording; bakvissen met rimpels.

Al snel gaat het gesprek over boeken en het zestal blijkt niet alleen lid van dezelfde golf- en fitnessclub te zijn, maar ze delen ook een passie voor boeken en lezen. Regelmatig komen ze bij elkaar in een leesclub. Alle grote schrijvers en poëten passeren in de club de revue. En ja, ze kunnen er ook niets aan doen, maar dat zijn allemaal wel Ieren. Oké, de meesten woonden in het buitenland, maar toch, het waren en bleven Ieren en bijna allemaal schreven over Ierland.

James Joyce zette na 1904, toen hij 22 jaar was, geen stap meer op Ierse bodem. Maar hij kwam niet los van Dublin, waar hij zijn boeken situeerde. Oscar Wilde vertrok als Dublinse student naar Oxford en maakte daar carrière, Samuel Beckett bereisde de wereld en wortelde ten slotte in Parijs. En George Bernard Shaw en Bram Stoker, de schrijver van ”Dracula”? Allemaal Ieren!

Dan valt het even stil. Een van de dames, hangend in een stoel, het ene been geslagen over de lage leuning (over een hoge zou haar leeftijd niet meer toelaten) lispelt: „En Jonathan Swift dan? Die schreef misschien niet over Ierland, maar daarom kwam hij er nog wel vandaan.

’t Is volgens de vrouwen ook wel logisch. Want Ieren houden nu eenmaal van woorden: ze praten graag, ze zingen veel, houden van gedichten en kunnen bij dat alles nooit loskomen van hun Ierland; de Ier is een chauvinist bij uitstek. Bovendien beginnen de avonden vroeg, duren de regenbuien lang en wonen de buren vaak ver weg.

De leesclub is overigens ruimhartig, ook Simon Vestdijk komt op zijn literaire lijst voor. Maar dan wel zijn roman ”Ierse nachten”.

Boekenstad

Een speurtocht door de ”Town of Books” levert precies één boekwinkel op: de Antiquarian Book Market in de schuin aflopende Main Street. Er was nog een tweede winkel, maar die heeft het niet kunnen volhouden. En de Antiquarian Book Market overleeft slechts bij de gratie van beperkte openingstijden; donderdag, vrijdag en zaterdag enkele uren in de middag.

Dit jaar willen Brian Roberts en Robert Durie proberen een zestal antiquariaten te starten in leegstaande winkelpanden in de hoofdstraat. „De eigenaars willen hun ruimte best ter beschikking stellen. Je zult zien dat net als in het Hay-on-Wye –de oerboekenstad in het Engelse Wales– het aantal winkels zich dan vanzelf uitbreidt.”

Intussen heeft Graiguenamanagh zijn naam als boekenstad vooral te danken aan het jaarlijkse festival in september. Drie dagen lang staat het stadje dan volledig in het teken van boeken en muziek. Want die twee horen bij elkaar als een Ier en rood haar, als Guinness bij Dublin, als mist bij een Ierse berg. Graig heeft een muzikaal verleden. In een stenen Keltisch kruis van voor het jaar 830 op de begraafplaats staat al een lier gebeiteld. En de plaatselijke brassband bestaat al sinds 1760. De enige beroemdheid die Graig ooit voortbracht, de schrijver, musicus en verzamelaar Patrick O’Leary, bracht veel onbekende Ierse muziek bij elkaar. Daarvoor legde hij letterlijk zijn oor te luisteren bij de schippers op de Barrow, die zingend de rivier bevoeren.

In het voorjaar van 2003 werd het eerste festival gehouden en het was een verbazingwekkend succes, volgens Roberts en Durie. Van heinde en ver kwamen mensen erop af, hele families streken neer in Graig. Boekverkopers legden 100 pond neer om een kraampje te bezetten langs de rivier. De hoofdstraat was één lange boekenplank. In de haven was vertier en zelfs bij de ruïnes van het kasteel werd literatuur voorgedragen.

Het festival breidde zich jaarlijks uit: straatmuzikanten die traditionele Ierse muziek speelden, straatartiesten die hun kunststukjes uitvoerden, brassbands, maar vooral veel boeken, rijen boeken. Schrijvers signeerden, uitgeverijen presenteerden nieuwe boeken, auteurs lazen voor uit eigen werk en –Ierser kan haast niet– er was een wedstrijd verhalen vertellen; de workshops en lezingen waren voor de fijnproevers, de plaatselijke horeca sleepte het eten en drinken aan. Afgelopen jaar bezochten ruim 5000 mensen het festival. Een recordaantal, mede dankzij het schitterende weer.

Behelpen

De rest van het jaar is het nog wat behelpen voor de Town of Books in Ierland. Naast de Antiquarian Book Market probeert Brian Roberts wat boeken te verkopen vanuit zijn Waterside Guesthouse. Boeken die hij eerder kocht op het festival, als investering en om daar de omzet zo hoog mogelijk te krijgen.

Wat de invloed van internet zal zijn, durft hij niet te zeggen. Uiteindelijk zullen er altijd mensen belangstellend blijven naar boeken. „Als wij kans zien de goede, gespecialiseerde boekhandelaren naar Graiguenamanagh te krijgen, dan komen de boekenliefhebbers ook wel.”

Eileen Devlin-Roche is van Schotse afkomst, maar ze woont al 36 jaar in Graig. Nadat haar zoon zich kandidaat stelde voor de politieke tak van de IRA, Sinn Fein, is ze een plaatselijke bekendheid geworden en mag ze zich beschouwen als een local, een autochtoon. Volgens Devlin zal het nog even duren voor Graig zich als boekenstad op de kaart heeft gezet. Voorlopig blijft de Abbey de belangrijkste trekpleister.

Dit is het laatste deel uit een serie over Europese boekensteden. Eerder verschenen afleveringen over Hay-on-Wye, Bredevoort, Damme, Bécherel, Saint-Pierre-de Clages en Mühlbeck-Friedersdorf.

Meer over
Boekensteden

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer