„Griep wordt probleem voor bedrijf”
Was de Mexicaanse griep lange tijd een gezondheidszorgprobleem, het wordt nu steeds meer een maatschappelijk-economische kwestie.
Dat stelt voorzitter Uri Rosenthal van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement in Den Haag. Het bedrijfsleven is zich aan het voorbereiden, want hoe blijft dat overeind in een grieppandemie ofwel een wereldwijde griepuitbraak?Het aantal werknemers met Mexicaanse griep mag volgens de arbodiensten dan nog minimaal zijn, de aandacht rond het virus is schuivende. „Die accentverschuiving loopt gelijk op met de algemene verwachting dat het met de ernst van de griep wel eens zou kunnen meevallen”, zegt Rosenthal.
In eerste instantie waren wetenschappers bang dat het virus zich zou muteren tot een zware vorm. Dat is later door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bijgesteld tot een griep vergelijkbaar met een seizoensgriep waar 1000 tot 2000 mensen aan kunnen overlijden. Dit betekende ook dat er geen algehele vaccinatie komt. Alleen een aantal risicogroepen van in totaal zo’n 5 tot 6 miljoen mensen krijgt een prik.
Die ontwikkeling heeft er mede toe geleid dat niet zozeer het volksgezondheidsaspect nog centraal staat, maar veel meer hoe ondernemingen het virus gaan overleven. Volgens Rosenthal neemt de noodzaak toe tot „scherpe en stevige” coördinatie tussen de verschillende departementen. „Het komt neer op een goede afstemming tussen minister Klink van Volksgezondheid en departementen als Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.”
„Als 30 procent uitvalt, is dat vergelijkbaar met een vakantieperiode in Nederland waarin een groot deel van de mensen weg is”, zegt Rosenthal. Al zijn bedrijven zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en eventuele noodplannen, het is wel aan de overheid, vindt hij, dat die dat goed communiceert.
Arbodiensten spreken van „slechts enkele” griepgevallen. Bedrijven zijn zich wel aan het voorbereiden via een zogeheten bedrijfscontinuïteitsplan. Daarin staan de risico’s voor het bedrijf, of bij een uitbraak de minimale dienstverlening kan worden voortgezet, of er noodscenario’s moeten worden ingezet en of misschien bepaalde activiteiten tijdelijk moeten worden stilgelegd”, lichtte Esther Leferink van de Arbo Unie toe.