Naamchristenen
„… zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in de dag van den toorn des Heeren.” Zefanja 2:3
Wie zich maar eens nauwkeurig zou willen verdiepen in al de plichten, en nog meer dan die er in onze tekst staan opgetekend, die zal zich aan vele schuldig vinden. Wie daarmee het gedrag van vele naamchristenen onder ons wil vergelijken, zal snel zien hoe ver zij er vandaan zijn.Het is waar, er zijn mensen die ten opzichte van deze laatsten in oefening van deugden van rechtvaardigheid ten opzichte van hun naaste al rechtvaardig schijnen en ook in eigen oog rechtvaardig zijn. Zij beogen echter meer hun eigen eer en voordeel. Zo zal ik u tonen dat zij zichzelf bedriegen.
Er zijn oppermachten die de rechtvaardigheid niet anders beoefenen dan uit begeerte te heersen. Andere doen het slechts om de bijnaam van rechtvaardig te zijn te krijgen en te behouden.
Men vindt overheden (de goede niet te na gesproken) die om geen andere reden rechtvaardig zijn dan om door de wereld geacht en geprezen te worden.
Er zijn ook mensen die zeer nauwgezet zijn omtrent alle plichten die rechtvaardigheid eisen, bijzonder in hun handel en bedrijf omtrent hun naaste. Zij menen dat als zij zo eerlijk en rechtvaardig zijn in hun handel, dit een genoegzame grond is om aan hun zaligheid niet te wanhopen.
Joachimus Mobachius,predikant te Nijkerk
(”Christelijke zedenkunde”, 1741)