„Nederlands belang van NAVO-topman niet aangetoond”
Zou de wereld er anders hebben uitgezien als een Fransman of een Duitser de afgelopen jaren de NAVO had geleid, in plaats van een Nederlander? Peter Baehr denkt van niet. „De NAVO doet wat de Amerikanen willen.”
Prof. dr. P. R. Baehr wil het vooraf duidelijk zeggen: hij heeft geen kritiek op Jaap de Hoop Scheffer. „Die heeft zijn werk goed gedaan. En de NAVO is een moeilijke organisatie”, aldus de oud-hoogleraar mensenrechten aan de universiteiten in Utrecht en Leiden.Maar voor Nederland heeft De Hoop Scheffer in Brussel niet veel kunnen uitrichten, meent Baehr (spreek uit: Beer). Toen in 2003 heel politiek Den Haag opgetogen was over benoeming van ‘onze’ minister, was Baehr ook wel blij, al wist hij niet „waarmee”, zei hij destijds in deze krant. „Wat schieten we ermee op als een Nederlander dit werk doet?”
Vorig jaar zomer kwam hij erop terug in het vakblad Internationale Spectator. Hij gaf enkele voorbeelden van Nederlanders op hoge internationale posten. Max van der Stoel, Wim Duisenberg en Peter Kooijmans droegen bij aan het „nationaal prestige.” Moeilijker werd dit echter bij Ad Melkert, Eveline Herfkens en Ruud Lubbers.
Baehr verbaast zich erover dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een afdeling heeft om landgenoten aan internationale posten te helpen. Die kunnen „Nederlandse standpunten inbrengen”, stelt het ministerie. Volgens Baehr staat dat haaks op de eis van onafhankelijkheid voor internationale ambtenaren.
Nu De Hoop Scheffer deze week afscheid nam van de NAVO, past Baehr zijn standpunt niet aan. „De NAVO doet wat de Amerikanen willen. De secretaris-generaal heeft maar een klein rolletje. In het totale beleid valt weinig Nederlands terug te vinden.”
Hij wordt gezien als kundig diplomaat. Straalt dat af op Nederland?
„Hij is zeker kundig en daarom heb ik geen reden tot kritiek. Maar daar wordt Nederland niet beter van. Hij voelt zich eerder belemmerd om Nederland voor te trekken. En Nederland kan zich gedwongen voelen troepen voor Afghanistan te leveren, omdat De Hoop Scheffer anders in zijn hemd staat.”
Toen premier Balkenende hem onlangs een onderscheiding uitreikte, zei hij dat De Hoop Scheffer het „aanzien van Nederland in het buitenland” had bevorderd.
„Zoiets zeg je nu eenmaal als je iemand onderscheidt. Maar heeft Balkenende dat ook aangetoond? Het valt natuurlijk moeilijk te bewijzen.”
Minister Van Middelkoop zei bij diezelfde gelegenheid dat De Hoop Scheffer Nederland „reputatiewinst” bezorgde.
„Het is zonder meer een prestigieuze functie. Maar de directe winst heeft nog niemand aangewezen. Het enige voordeel lijkt me dat Nederlandse vertegenwoordigers bij de NAVO makkelijker een broodje met hem eten en in hun eigen taal kunnen spreken. Hoewel deze mensen trouwens hun talen goed spreken.”
Maar toegang is invloed, zeggen diplomaten. Dat geeft Nederland dus een voorsprong.
„Dat is zo. En toch draait het om de vraag: Blijven we na 2010 in Afghanistan of niet? Het maakt niet uit of dat in het Nederlands of het Deens wordt gevraagd.”
Nederlandse diplomaten waren zeer opgetogen over de benoeming van de Nederlandse Amerikaan Ivo Daalder als nieuwe VS-vertegenwoordiger bij de NAVO. Blijkbaar verwacht men wat van hem. Terecht?
„Ik zou graag willen weten waarom men zo enthousiast is. Ik ken Daalder en hij is een uitstekende man. Toch hield hij vorig jaar in een lezing in Den Haag een puur Amerikaans verhaal. Het is mooi dat hij Nederlands spreekt, maar bij de NAVO komt hij echt alleen voor Amerika.”
De Hoop Scheffer zei enkele maanden geleden tegen deze krant dat hij in kleine landen hoorde dat hij ze zo goed begreep. Daarin neemt iemand toch zijn nationale achtergrond mee.
„Ik vind het reuze aardig dat men zulke dingen tegen hem zegt. Zo praten diplomaten inderdaad. Maar als de Russische beer in de Baltische staten voor problemen zorgt, moet men het echt van de Amerikanen hebben. Niet van de secretaris-generaal met zijn begrip voor kleine landen.”
Maar die secretaris-generaal heeft invloed op de agenda en kan daar de problemen van kleine landen op zetten.
„In theorie is dat zo. Ik zou er graag eens met De Hoop Scheffer over doorspreken of hij dat nu echt heeft gedaan en wat daar het gevolg van is geweest. Niemand zal er aanstoot aan nemen als diplomaten zulke leuke dingen tegen elkaar zeggen. Maar ik ben benieuwd naar het meetbare effect.”