Tot op dit moment heb ik een kritische leerstellige beoordeling gemist van de ligging van Arminius met betrekking tot de rechtvaardigmaking van de mens voor God, de goddelijke predestinatie en de vrije wil. Terwijl Arminius eigenhandig beweerde „dat in des mensen rechtvaardigmaking voor God de gerechtigheid Christi niet tot gerechtigheid toegerekend wordt, maar dat het geloof zelve, of de daad des geloofs, door een genadige acceptilatie, van God gehouden en geschat wordt voor onze gerechtigheid, daarmede wij voor God worden gerechtvaardigd”, heeft Gomarus op 14 mei 1608 betuigd dat hij met het gevoelen van Arminius voor het oordeel Gods niet zou durven verschijnen. Tegenover de leerstelling van Arminius dat het geloof de oorzaak of een voorgaande conditie is van de verkiezing, heeft Gomarus in 1609 vastgehouden dat het geloof een vrucht of effect van de verkiezing is.In de bijdrage die Den Boer aan de glossy over Arminius zal leveren, komt hopelijk de veroordeling van de leer van de remonstranten inzake de predestinatie in even korte trekken aan de orde als in de 99e sessie van de nationale synode van Dordrecht: „zij spannen de paarden achter de wagen.”

Curtenius’ waarschuwing aangaande de arminiaansgezinde predestinatieleer is blijvend actueel: „want dan mocht dit werk veeleer een postdestinatie of naordinering dan een predestinatie of voorverordinering genoemd zijn. Dat zou ook de uitkomst der Goddelijke voorverordinering gans onzeker maken, doordien dus alles in ’s mensen wankelbare willekeur gesteld wordt.” Mijn vraag is: Hoe arminiaansgezind en remonstrants mag men zijn om nog christelijk c.q. gereformeerd genoemd te worden?

Drs. W. Penning MBA

Vijverhof 3

3341 TS H-I-Ambacht

Met verwondering las ik het artikel ”Refojongeren en de adoratie van Wilders” (RD 11-7).

Ten eerste een halve waarheid aan het begin. De keuze Spruyt of Van der Staaij werd namelijk niet voorgelegd aan de zaal, maar aan SGP-jeugdwerk­adviseur Dirk-Jan Nijsink. Zijn, toch verbazingwekkende, keuze kreeg applaus. Ten tweede legt het artikel een link tussen de populariteit van de PVV en het conservatisme van Spruyt. Dat de PVV bekend en populair is onder jongeren mag duidelijk zijn, zie de voorbeelden in het artikel. Maar of dat ook geldt voor het conservatisme van Spruyt? Daar wordt in het artikel ook alleen maar de mening van een conservatieve blogger uit het land voor aangevoerd. En dan staat daar ineens een conclusie dat jongeren zich zowel aangesproken voelen door Wilders als door Spruyt, terwijl het gaat om heel verschillende standpunten. Spruyt staat voor het conservatieve gedachtegoed, waar Wilders kiest voor het liberale (of zelfs linkse) gedachtegoed. Ik kan het artikel in dezen niet volgen. Tegelijkertijd wordt wel opgemerkt dat de SGP-jongeren een christelijk-conservatieve koers gaan varen. Waarom is niet duidelijk. Laten we waken voor (verdere) vervlakking van onze boodschap. De aangekondigde tour is echter een goed instrument om uit te leggen wat de meerwaarde van christelijke politiek is.

A. Heemskerk

Van Wijnbergenlaan 33

3771 JG Barneveld

Terecht zegt SGP-Kamerlid Van der Staaij (RD 11-7) dat de PVV niet christelijk is. Maar er is verder geen enkele partij met een goed antwoord op de multiculturele samenleving, aldus de voorzitter van het CDJA. Een bewoner van een Vogelaarwijk in Den Haag ziet er dagelijks de schaduwkanten van, zoals het lastigvallen van winkelend publiek door veelal Marokkaanse jongeren. De jonge generatie CDA’ers begrijpt volgens hem uit ondervinding beter dan de oudere welke negatieve aspecten zo’n samenleving meestal heeft.

De vraag is of de Tweede Kamer de ernst hiervan inziet. Het CDA en de andere partijen gaan de discussie over de islam uit de weg. Moslims zouden uiteindelijk vanzelf opgaan in onze samenleving. Die is echter nog gebaseerd op christelijke waarden. Of dit zo mag blijven, hangt af van een strakker beleid in plaats van zachte (christelijke) heelmeesters. Anders is het eigen schuld als de achterban op de PVV stemt.

M. P. Talens-Haasnoot

Baljuwstraat 32

2225 GG Katwijk aan Zee