Opinie

Mohammed

27 January 2003 11:21Gewijzigd op 14 November 2020 00:05

Van Hirsi Ali zullen we de komende jaren nog wel meer horen. Die dame is zogezegd niet op haar mondje gevallen. Na haar eerdere aanvallen op de islam werd de Somalische fors bedreigd. Een tijdlang dook zij onder. Nog steeds heeft zij politiebewaking.Haar geheel onverwachte overstap van de PvdA naar de VVD was voorpaginanieuws. Nog maar net gekozen als kamerlid, doet zij in een interview in Trouw opnieuw een forse uithaal naar het religieuze milieu waarin zij opgroeide.

Nu komt het vaker voor dat mensen die breken met het geloof van hun jeugd, zich daar vervolgens fel tegen keren. Zeker als ze zich op het schrijverspad begeven (Maarten ’t Hart, Salman Rushdie) of anderszins in de openbaarheid treden, blijft die diepgewortelde aversie tegen het ouderlijk milieu jarenlang zichtbaar. Wat dat betreft hoeven we ons over de jongste uithalen van Hirsi Ali niet te verbazen.

Wel rijst de vraag of de VVD met deze forse uitspraken van haar nieuwe kamerlid zo blij zal zijn. Ook al is er vanouds een duidelijke relatie tussen liberalisme en antiklerikalisme, toch wil de VVD als volkspartij voor zoveel mogelijk levensbeschouwelijke richtingen aanvaardbaar zijn. Ook voor islamieten en orthodoxe christenen. Zalm zal in zijn hart waarschijnlijk niet anders over de islam denken als zijn Somalische fractiegenote, maar hij loopt daar niet mee te koop, om islamitische kiezers niet voor het hoofd te stoten.

Vorig jaar veroorzaakten enkele Amerikaanse tv-predikanten nogal wat opschudding door Mohammed een terrorist te noemen en de islam een verderfelijke godsdienst. Nu kwalificeert een ex-moslim Mohammed als een verachtelijk individu. Gemeten naar onze westerse maatstaven was hij volgens het aanstaande VVD-kamerlid een perverse man, een tiran.

Nu ligt het niet op onze weg om Mohammed te gaan verdedigen, al is het altijd wel van belang om iemands uitspraken en gedragingen in hun cultuurhistorische samenhang te zien. Dat geldt ook voor Karel de Grote en Luther, om maar een paar namen te noemen.

De islam is inderdaad een militante religie. Democratisering is in de Arabische wereld ver te zoeken. De manier waarop vrouwen in islamitische milieus behandeld worden, is veelal onaanvaardbaar.

Maar we moeten wel bedenken dat de vijandschap van Hirsi Ali zich niet alleen richt tegen de islam, maar evenzeer tegen het orthodoxe christendom. Zo pleitte zij tijdens de verkiezingscampagne voor afschaffing van het christelijk onderwijs!

In het Trouw-interview verklaarde zij dat velen die zichzelf gelovig noemen, in wezen atheïst zijn. Zo was zij er ook van overtuigd dat Balkenende geen christen is. Als wetenschapper kan hij niet geloven, aldus Hirsi Ali, dat de wereld in zes dagen is geschapen. Bovendien was het haar opgevallen dat Balkenende het wel heeft over bijbelse normen en waarden, maar „nooit over de dingen die God ons vraagt te doen of te laten.”

Nu is het niet onze taak om Balkenende te verdedigen. Hij kan voor zichzelf spreken en duidelijk maken waar hij als moderne gereformeerde voor staat. Wel geldt dat buitenstaanders de dingen soms scherp waarnemen.

Kennelijk is het Hirsi Ali, komend uit een cultuur waarin God en godsdienst het leven bepalen, opgevallen dat de leider van een grote zich christelijk noemende partij zelden of nooit de naam van God in de mond neemt. Ook niet na een verkiezingsoverwinning, om de Heere daarvoor in het publiek te danken.

Evenmin is dat het geval als hij aandacht vraagt voor het grote belang van waarden en normen in de samenleving. De relatie met God, Wiens geboden heilzaam zijn voor mens en samenleving, blijft daarbij onuitgesproken. Dat is niet zonder betekenis.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer