Vergrijzing ramp zonder hogere leeftijd voor AOW
Prof. dr. Harrie Verbon (”Donner niet eerlijk over AOW”, RD van 30 juni) geeft verkeerde voorlichting in de AOW-discussie, vinden Lans Bovenberg, Peter Ester en Anton Westerlaken. Bij geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd kunnen ouderen zich voorbereiden op een langer werkzaam leven en daarna een fatsoenlijk pensioen krijgen.
De discussie over het verhogen van de AOW-leeftijd wordt helaas belast door het maatschappelijke ongenoegen over de financiële crisis en de rol van de maatschappelijke elite daarbij. Velen voelen zich door de samenleving in de steek gelaten. Dit biedt ruimte voor opportunistische populisten: groeperingen en politieke stromingen die mensen tegen elkaar opzetten. Er staat de komende maanden veel op het spel nu het kortetermijndenken in de financiële sector dreigt over te slaan naar de rest van de samenleving.In een dergelijk explosief klimaat is het onverantwoord mensen verkeerd voor te lichten en zo het vuurtje van het maatschappelijke ongenoegen verder op te stoken. Een schrijnend voorbeeld van verkeerde voorlichting is het opinieartikel van prof. dr. Harrie Verbon.
Verbon zet de lezer volledig op het verkeerde been als hij stelt dat de AOW-uitkering de laatste dertig jaar in koopkracht zou zijn gehalveerd van 20.000 euro naar 10.000 euro. Mensen worden zo bevestigd in hun slachtofferrol dat hen voortdurend dingen worden afgepakt. Verbon verzuimt echter te vermelden dat dertig jaar geleden de AOW nog niet was geïndividualiseerd en gehuwde vrouwen nog geen AOW ontvingen. De AOW uitkering was toen twee keer zo hoog, omdat mannen de AOW ontvingen voor hun echtgenoten.
Onbetrouwbaar
Verbon heeft een balk in zijn oog als hij stelt dat het verhaal van Donner over de AOW niet deugt. Zijn eigen verhaal rammelt namelijk aan alle kanten. Neem bijvoorbeeld zijn stelling dat de overheid de komende dertig jaar geen financieringsprobleem heeft omdat de AOW-uitgaven ook de afgelopen dertig jaar niet zijn gestegen als percentage van het nationale inkomen. Hij verzuimt namelijk te vermelden dat de netto-AOW door belastingmaatregelen de afgelopen vijftien jaar sterker gestegen is dan de gemiddelde lonen.
Door de kosten van deze belastingmaatregelen buiten beschouwing te laten, onderschat Verbon de kosten van de AOW. Gelukkig kijkt het Centraal Planbureau (CPB) wel naar de toekomstige ontwikkeling van alle publieke uitgaven en inkomsten. De conclusie van het CPB is dat er wel degelijk een financieringsprobleem is als gevolg van de vergrijzing, toenemende zorguitgaven en de kredietcrisis. De overheid belooft meer dan ze kan waarmaken. Dat is funest voor een betrouwbare overheid en het vertrouwen in elkaar. Zo zadelen we onze kinderen op met een groot probleem.
Verbon is veel te pessimistisch over de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers. De huidige zwakke positie is geen natuurverschijnsel. In landen als Zweden en Zwitserland functioneert de arbeidsmarkt voor ouderen veel beter en werken mensen langer door. Ook in Nederland was het in de jaren zestig heel normaal dat werknemers tot hun 65e doorwerkten, terwijl ze toen minder gezond waren, na hun 65e gemiddeld vier jaar korter leefden dan nu, werk fysiek een stuk zwaarder was en mensen met een beperking minder hulpmiddelen tot hun beschikking hadden om te kunnen deelnemen aan het arbeidsproces.
Als we nu aankondigen dat de AOW-leeftijd geleidelijk stijgt, kunnen werknemers en werkgevers zich instellen op een langer werkzaam leven. Door te werken aan de duurzame inzetbaarheid van mensen en degenen in fysiek zware beroepen op tijd te laten afslaan naar andere activiteiten. Als de overheid en werkgevers minder middelen hoeven te reserveren voor pensioen, blijft er meer over om te investeren in scholing en het combineren van werk en privé.
Valse profeten
Verbons redenering komt erop neer dat de overheid geen financieringsprobleem heeft als we de AOW laten verschralen door deze uitkeringen ver achter te laten blijven bij de lonen en prijzen – zoals bijvoorbeeld in de jaren tachtig het geval was. Maar het geleidelijk verhogen van de pensioenleeftijd is nu juist gericht op het duurzaam betaalbaar houden van fatsoenlijke pensioenuitkeringen en een goede gezondheidszorg. Verbon spiegelt ons een economie voor waarin mensen vroeg uitvallen, werkgevers ouderen liever kwijt dan rijk zijn, en de AOW, pensioenen, het onderwijs en de zorg verschralen. Dom en onrechtvaardig.
Laten wij kiezen voor het perspectief van een samenleving waarin ouderen hun talenten kunnen en willen blijven ontplooien in betaald werk, waarin werkgevers zich inzetten voor de duurzame inzetbaarheid van hun werknemers. Alleen zo wordt de vergrijzing geen ramp maar een feest. Kortetermijndenkers zijn er al genoeg, laten er geen valse profeten bijkomen.
De auteurs zijn respectievelijk verbonden aan de Universiteit van Tilburg, de Universiteit Utrecht en lid van de raad van bestuur van het Erasmus MC in Rotterdam.