Officieel gaat het om een „investeringsstop”, maar in de praktijk komt dat neer op sluiting. Onder meer de hoogovens van het vroegere Belgische staatsbedrijf Cockerill-Sambre in Seraing bij Luik gaan dicht. Daardoor gaan tussen nu en 2006 zeker 1500 tot 2000 arbeidsplaatsen verloren. De vakbonden vrezen echter voor het verlies van nog eens 5000 banen bij onderaannemers en in de toeleverende industrie.

In Duitsland gaan EKO Stahl in Eisenhüttenstadt en de Bremer Stahlwerke in Bremen over enkele jaren dicht. Dat kost vele honderden banen. Die komen boven op een lopende ingreep, waarbij in Bremen 1700 banen verdwijnen. De hoogovens in Florange in Frankrijk (een kleine 2000 werknemers) moeten tegen 2010 sluiten.

In België blijft de koudwalserij in Seraing wel open, waardoor ruim 3000 banen behouden zullen blijven. De vakorganisaties vrezen echter dat zonder hoogovenproductie ook dit bedrijfsonderdeel binnen tien jaar moet sluiten. In de regio Luik is de werkloosheid al gemiddeld 25 procent. Arcelor zal gedwongen ontslagen wel zo veel mogelijk vermijden en wil met de bonden onderhandelen over een sociaal plan.

De Brit John Cockerill begon in 1823 op verzoek van de Nederlandse koning Willem I met de staalproductie in Seraing. Na een grote crisis in de staalindustrie smolten Cockerill en het concern Sambre in Charleroi in 1974 samen tot een grotendeels door de overheid bestuurd bedrijf.

Vooral de Vlaamse partijen wilden echter geen geld blijven steken in de bodemloze put die de nieuwe onderneming Cockerill-Sambre bleek te zijn. Zij vonden het Franse staalconcern Usinor bereid een meerderheid van de aandelen over te nemen. Na de fusie van Usinor met het Luxemburgse Arbed en het Spaanse Aceralia tot Arcelor ontstond een grote overcapaciteit binnen het concern, met de sanering in Seraing als gevolg.

Arcelor blijft in België de activiteiten in Charleroi, Genk en Gent voorlopig wel voortzetten. Daar werken in totaal ruim 10.000 personeelsleden. De Vlaamse en de Waalse regionale overheden hebben samen nog maar een belang van 7 procent in Arcelor, waardoor zij de sanering in Seraing niet kunnen tegenhouden.

De Waalse staalindustrie gaat al jaren in neerwaartse richting. Buiten Arcelor is alleen het Zwitserse Duferco nog actief in Clabecq, even ten zuiden van Brussel. Hoogovens (inmiddels Corus) trok zich enkele jaren geleden terug uit de zwaar verouderde en veelvuldig door stakingen geplaagde staalfabriek Boël in La Louvière, waarna ook deze onderneming de boeken moest sluiten.