Buitenland

China vreest oliecrisis door ‘Irak’

In navolging van Frankrijk en Duitsland pleit China voor een vreedzame oplossing van de crisis rond Irak, zo maakte het donderdag bekend. Als permanent lid van de Veiligheidsraad blokkeert Peking zo een militaire aanpak van Saddam Hoessein onder auspiciën van de VN. Wat beweegt de Chinezen om zich zo op te stellen?

24 January 2003 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 00:05

De belangrijkste reden voor de Chinese opstelling is samen te vatten in één woord: olie. Drievijfde van de totale Chinese olie-invoer is afkomstig uit de Golfregio. En jaarlijks neemt dat aandeel nog toe. China was de laatste jaren de snelste stijger ter wereld wat betreft olieverbruik. Verwacht wordt dat in 2030 de Volksrepubliek evenveel olie zal invoeren als de VS nu doen.

Dat is wel eens anders geweest. In 1993 nog was China een netto-exporteur van olie. Daarna ontwerd het een van de grootste importeurs.

De Chinese machthebbers weten zich daarmee buitengewoon kwetsbaar. Het stokken van de aanvoer, of een drastische prijsverhoging als gevolg van een oorlog in de Golfregio, zou voor het land enorme sociale gevolgen hebben, omdat dan de economische groei van 7 à 8 procent per jaar in gevaar komt. Die is juist nodig om het miljoenenleger van werklozen te absorberen.

Kwetsbaar zijn de Chinezen ook bij de aanvoer van de olie. Het land ontbeert een marine die de olietankers kan beschermen zodra ze de havens in de Golfregio verlaten. Zelfs verderop, op de Indische Oceaan en in de Straat van Malakka, zijn de Chinese tankers afhankelijk van de Amerikaanse en de Indiase vloot bij het beschermen van de vaarroutes.

Alle reden om minder afhankelijk te worden van olieaanvoer uit het Midden-Oosten, en meer olie en gas te onttrekken aan eigen land -het noordwesten bijvoorbeeld- of uit de omliggende landen, zoals Rusland (Siberië), Singapore en de Pacific. Of het ooit zal lukken op die manier los te komen van het Midden-Oosten, wordt alom sterk betwijfeld. De Chinese economie groeit zo hard dat er geen houden aan is. Alleen al de verkoop van auto’s is de afgelopen jaren dramatisch gestegen.

Toch zijn de bezwaren van China tegen een Amerikaans-Britse aanval op Irak niet enkel economisch van aard. Er spelen ook internationaal-politieke argumenten een rol.

Zo zullen de Amerikaanse oorlogshandelingen niet beperkt blijven tot Irak, vreest China. In het kader van de Amerikaanse kruistocht tegen het terrorisme en tegen de overige leden van de ”as van het kwaad” zullen na een succesvolle operatie tegen Bagdad nieuwe doelen worden gezocht. En nu al gruwt Peking van de Amerikaanse opdringerigheid in zijn directe omgeving. Er begint zoiets als een omsingeling van het Chinese grondgebied te ontstaan nu er ook Amerikaanse troepen in Centraal-Azië -ten westen van China- zijn gestationeerd. Aan de oostkant zijn het Zuid-Korea, Japan en Taiwan die nauwe banden met de Amerikanen onderhouden.

Ten slotte is er nog een ideologische component. Er zijn altijd nog conservatieve krachten binnen de Communistische Partij van China, die klaarstaan om het oude beeld van de ”lelijke Amerikaan” (ugly American) tevoorschijn te toveren zodra de eerste bommen op Bagdad vallen. Massale anti-Amerikaanse betogingen in steden als Peking en Sjanghai zijn dan in een oogwenk weer te organiseren.

Maar er is een andere kant aan het verhaal. Het bezoek van aftredend president Jiang Zemin aan president Bush, afgelopen herfst, had namelijk als belangrijkste doel de relatie met de VS een stevige basis te geven. Partners in Azië, was in het Amerikaanse Crawford het sleutelwoord. Jiangs boodschap luidde: Jullie Amerikanen mogen jullie bases houden in Zuid-Korea en in Japan, als wij maar wat meer begrip krijgen voor ons standpunt ten aanzien van Taiwan (dat door Peking als een afvallige provincie wordt gezien, en nooit en te nimmer een onafhankelijke staat mag worden).

Al eerder was er een gezamenlijk belang bij de oorlog tegen het internationaal terrorisme dat de VS en China naar elkaar toe dreef. Washington heeft ermee ingestemd dat de Eastern Turkestan Islamic Movement (Etim), een van de vele moslimbewegingen in de provincie Xinjiang, in het verre westen van China, die streven naar onafhankelijkheid, op de lijst van verboden terroristische organisaties werd gezet. Tot vreugde van Peking, omdat het daarmee groen licht kreeg om af te rekenen met de afscheidingsbewegingen onder de etnische bevolkingsgroep van de Oeigoeren in dit deel van het land. Twee jaar geleden nog ontkende China dat daar zoiets als een separatistische beweging bestond! Aanslagen werden toegeschreven aan een veelheid van groepen en individuen - verder zou er alles onder controle zijn. Nu blijkt er ineens wel vanalles aan de hand, worden aanslagen op één hoop gegooid en ook nog eens op het conto van één organisatie -Etim- geschreven. Kenners van de situatie in Xinjiang hebben Washington ervan beschuldigd volstrekt willekeurig te werk te gaan bij het zwartmaken van één enkele afscheidingsbeweging in het gebied.

Het is bij de Amerikanen aan dovemansoren gericht. Zij maken dankbaar gebruik van de Chinese welwillendheid. Zo heeft de Amerikaanse FBI zelfs al een kantoor in Peking. Vanuit dit filiaal is onlangs de arrestatie van vermeende al-Qaida-terroristen in Hongkong gecoördineerd.

Als blijk van dank voor deze Chinese samenwerking heeft Washington nog eens benadrukt dat het nooit de onafhankelijkheid van Taiwan zal ondersteunen. Ook op een ander terrein zijn de Amerikanen wat minder luidruchtig, beweren mensenrechtenorganisaties: Chinese schendingen van mensenrechten zouden na ’elf september’ veel gemakkelijker door de VS worden geaccepteerd.

China heeft er dus belang bij de relatie met de VS goed te houden. Als straks mogelijk de crisis rond Irak verder escaleert, zal het nog een hele toer worden dat belang te verenigen met de ’pacifistische’ opstelling van de Chinezen in de Veiligheidsraad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer