Binnenland

Minder racistische en extreemrechtse incidenten

Het aantal racistische en extreemrechtse incidenten in Nederland is in 2001 sterk gedaald ten opzichte van de jaren daarvoor. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting in de vijfde Monitor Racisme en Extreem-rechts, waarvan de resultaten donderdag werden gepresenteerd.

ANP
23 January 2003 16:55Gewijzigd op 14 November 2020 00:05Leestijd 3 minuten

De onderzoekers noemen de afname „opmerkelijk, tegen de achtergrond van een golf van gewelddadigheden na 11 september 2001”, de dag van de aanslag op het World Trade Center in New York. Het is voor het eerst dat er sprake is van een daling, na jaren van een gestage stijging van het aantal racistische en extreemrechtse incidenten.

Onder de incidenten scharen de wetenschappers J. van Donselaar en P.R. Rodrigues onder meer het bekladden van moskeeën en grafzerken, bedreiging, vernieling, brandstichting en mishandeling. Het aantal bekladdingen nam het sterkst af, van 157 in 2000 naar 68 een jaar later. Ook het aantal mishandelingen daalde, van 83 naar 46. Er waren wel meer brandstichtingen, 37 tegen twintig. Exacte cijfers over vorig jaar zijn er nog niet.

Overigens benadrukken Van Donselaar en Rodrigues dat ze niet helemaal gerust zijn op de betrouwbaarheid van het statistisch materiaal. Dat komt onder meer omdat volgens hen de meeste voorvallen niet bij de politie worden gemeld.

In het rapport staat forse kritiek op het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Justitie neemt volgens de onderzoekers veel te weinig actie tegen discriminatie op internet. Het aantal vervolgingen daalde van vijf naar vier. Het OM zou het initiatief moeten nemen, en zelf op internet ’pro-actief de openbare orde moeten handhaven’. „Een meer structurele aanpak kan bevorderen dat het OM zijn digitale koudwatervrees verliest”, aldus de onderzoekers.

Bovendien seponeerde justitie in 2001 22 procent van de racistische en extreemrechtse incidenten, twee keer zo veel als het landelijk gemiddelde over alle delicten. „Te hoog”, staat in het rapport, bovendien wordt niet alleen op technische gronden geseponeerd, maar ook omdat justitie zaken bijvoorbeeld te gedateerd vindt. In die laatste categorie, de ’beleidssepots’, mag eigenlijk niet worden afgezien van vervolging, aldus de wetenschappers. De politie legt alleen heel duidelijke zaken voor aan het OM. Andere zaken komen meestal niet bij justitie terecht, iets dat volgens de onderzoekers moet veranderen.

Het percentage van 22 procent behoeft wel enige nuancering, aldus een woordvoerder van het OM. „In de Aanwijzing Discriminatie wordt de politie opgedragen zoveel mogelijk zaken aan justitie door te geven.” Dat heeft volgens hem een hoger percentage van sepots tot gevolg.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer