Mislukte Faust in Barcelona
”Het spel van de engel” verslaat zijn tienduizenden, maar het boek is zo veel aandacht niet waard. Het verhaal valt tegen, de onderliggende filosofie is op z’n minst dubieus.
Carlos Ruiz Zafon is zo’n schrijver die ineens alomtegenwoordig lijkt. Zijn vorige boek, ”De schaduw van de wind”, was wereldwijd een enorm succes. Sinds een paar weken ligt er een nieuwe, vuistdikke bestseller van zijn hand op hoge stapels in de boekwinkel: ”Het spel van de engel”. Het is de grote troef van dit seizoen, de hoop van de boekhandelaar in crisistijd.Het verhaal begint heel spannend, maar gaandeweg het boek bekruipt je steeds meer een ongemakkelijk gevoel, en aan het eind van de rit slaat de teleurstelling in volle hevigheid toe. De Spaanse schrijver Ruiz Zafon is in feite precies zoals zijn hoofdpersoon: hij wil graag serieus genomen worden in de wereld van de ‘hoge’ literatuur, maar in feite schrijft hij vooral bloedstollende –en uiteindelijk: ongeloofwaardige– avonturen volgens de smaak van de massa.
Het lastige is: hier en daar kun je zien hoe mooi het verhaal zou kunnen zijn. De prachtige beschrijvingen van Barcelona, de mysterieuze sfeer, de vaak mooie en originele bespiegelingen over het schrijverschap – allemaal elementen die kwaliteit beloven. Af en toe heeft de schrijver gewoon een geweldig idee. Hij verzint bijvoorbeeld een ”kerkhof van de vergeten boeken” waarin je als lezer binnen kunt gaan om een boek te adopteren en voor de vergetelheid te behoeden. Of een personage dat stiekem een meesterwerk schrijft voor zijn vriend, met hulp van diens assistente, terwijl de bewuste vriend intussen moet blijven geloven dat hij dat boek zelf geschreven heeft.
Maar uiteindelijk slaat de weegschaal toch door naar de negatieve kant. Ruiz Zafon vertilt zich enorm aan het Faustmotief dat hij van stal haalt: het idee van de schrijver die zijn ziel verkoopt aan de duivel, om in ruil daarvoor gezondheid, geluk, rijkdom, eer en roem te verwerven – terwijl hij daarmee uiteraard alleen maar de weg naar de ondergang inslaat.
De hoofdpersoon van ”De schaduw van de engel” moet –alweer zo’n intrigerend idee– voor de duivels aandoende Andreas Corelli een alternatieve godsdienst ontwerpen en die in een soort mythologisch boek vastleggen. Dat klinkt diepzinnig genoeg. Groot is dus de desillusie als de bewuste verhaallijn uiteindelijk verzandt in een heleboel bloederige en ongeloofwaardige horror.
Van een intrigerende en spannende literair-filosofische roman verandert het boek gaandeweg in een melodramatisch spookverhaal, dat niet meer aan de wetten van de waarschijnlijkheid hoeft te voldoen omdat de schrijver toch onbeperkt een beroep kan doen op bovennatuurlijke krachten, inclusief engelen en demonen.
De doden vallen bij bosjes, het surrealisme neemt de overhand, de hoofdpersoon wordt steeds ondieper en onechter. Dat laatste komt zeker ook doordat er geen sprake is van thema’s als schuld en vergeving –zoals in Goethes onvergelijkelijke ”Faust”–, alleen maar van een opeenhoping van akelige gebeurtenissen, gevolgd door een uit de lucht vallend positief getoonzet slot, waarin de duivelfiguur Corelli ineens toch een soort weldoener blijkt. In ”Het spel van de engel” wordt dus, zoals in veel ”gothic novels”, ook nog eens een zeer dubieus spel met de geestenwereld gespeeld.
Tegenvallend verhaal, duistere filosofie, veel publiciteit en hoge verkoopcijfers – daarmee is het boek wel getypeerd.
N.a.v. ”Het spel van de engel”, door Carlos Ruiz Zafon; vert. Nelleke Geel; uitg. Signatuur, Utrecht, 2009; ISBN 978 90 5672 315 6; 552 blz.; € 25,-.