Opinie

Donner niet eerlijk over AOW

Verhoging van de AOW-leeftijd moet onze pensioenen betaalbaar houden, aldus minister Donner. Volgens prof. dr. Harrie Verbon vertelt Donner niet de hele waarheid en miskent hij dieperliggende problemen die niet door een hogere AOW-leeftijd worden opgelost.

30 June 2009 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 08:14
„Een reden voor verhoging van de AOW-leeftijd die Donner aanhaalt, is dat we langer leven. Het ligt dan voor de hand dat we ook langer werken in plaats van langer van de AOW te genieten.” Foto ANP
„Een reden voor verhoging van de AOW-leeftijd die Donner aanhaalt, is dat we langer leven. Het ligt dan voor de hand dat we ook langer werken in plaats van langer van de AOW te genieten.” Foto ANP

Het kabinet wil de AOW-leeftijd verhogen, maar had tot voor kort nauwelijks enige argumentatie. Minister Donner heeft nu een AOW-notitie geschreven die in dat gebrek moet voorzien. Helaas is de notitie niet erg eerlijk.Neem het bekende vergrijzingsargument over de betaalbaarheid van de AOW: als het aantal gepensioneerden verdubbelt, en de AOW-uitkering is welvaartsvast, dan verdubbelt ook de uitgavendruk van de AOW. Deze rekensom wordt ook door Donner gemaakt. In euro’s zullen de uitgaven oplopen van ruim 25 miljard euro nu tot 50 miljard in 2040, rekent de minister ons voor.

Wat Donner verzwijgt, is dat in de afgelopen veertig jaar het aantal gepensioneerden ook al verdubbeld is, namelijk van 1 naar 2 miljoen personen. De uitgaven aan de AOW zijn in die periode echter niet verdubbeld. We geven als percentage van ons nationaal inkomen nu zelfs minder aan de AOW uit dan in 1980.

Als de AOW welvaartsvast zou zijn gebleven de afgelopen dertig jaar, zouden de AOW-uitgaven nu al meer dan het door Donner gevreesde bedrag van 50 miljard hebben bedragen. Er is dus al voor 25 miljard euro bezuinigd op de AOW (en bedenk wel dat deze 25 miljard ieder jaar uitgespaard wordt). Daarmee vergeleken is de 4 miljard euro (per jaar) die een verhoging van de AOW-leeftijd volgens dit kabinet zou moeten opbrengen, een schamel bedrag.

Ondanks een verdubbeling van het aantal gepensioneerden zijn de afgelopen dertig jaar de AOW-uitgaven niet gestegen. Dat gaat de komende dertig jaar dus ook niet gebeuren. Maar, en hier komt Donner met een volgend argument, een kleiner aantal belastingbetalers moet de AOW-lasten opbrengen. De potentiële beroepsbevolking, dat is het aantal mensen tussen de 20 en de 65 jaar oud, zal met 1 miljoen personen afnemen.

Langer werken

Hier verzwijgt Donner echter een ander feit: het percentage van de potentiële beroeps­bevolking dat feitelijk werkt is de laatste twee decennia gestegen van 66 naar 74. Er is wel enige reden om aan te nemen dat dit percentage verder zal toenemen. Als deze participatiegraad verder stijgt naar 80 procent in 2040, dan is de feitelijke beroepsbevolking van 2040 nagenoeg even groot als de huidige beroepsbevolking. Als we dan de komende dertig jaar even ‘genereus’ zijn voor onze bejaarden als we de afgelopen dertig jaar zijn geweest, kun je eenvoudig uitrekenen dat in 2040 de werkenden geen enkele euro extra aan de AOW hoeven te betalen.

Een volgende reden voor een verhoging van de AOW-leeftijd die Donner aanhaalt, is dat we langer leven. Het ligt dan voor de hand dat we ook langer werken in plaats van langer van de AOW te genieten.

Dit argument zou hout kunnen snijden als de AOW-uitkering nu even hoog zou zijn als dertig jaar geleden. Dertig jaar geleden kreeg een 65-jarige een AOW-uitkering die in euro’s van nu ruim 20.000 euro bedroeg. Gezien de levensverwachting van toen zou hij of zij daar vijftien jaar van moeten leven. De 65-jarige van 2009 zal gemiddeld nog negentien jaar leven, maar krijgt een AOW van zo’n 10.000 euro. Als toekomstige bejaarden evenveel AOW-gelden zouden moeten krijgen als de bejaarden van dertig jaar geleden, zou de AOW-leeftijd dus eigenlijk met elf jaar verlaagd moeten worden!

Privatisering

Donner verhoogt ook de AOW-leeftijd omdat hij grote tekorten op de arbeidsmarkt vreest. Ouderen zijn hard nodig, vooral in de zorg en het onderwijs. Het is echter ook bekend dat werkgevers oudere werknemers liever zien gaan dan komen. Als werkgevers oudere werknemers langer in dienst moeten houden, wordt die aversie van werkgevers alleen maar sterker, en wordt het tegendeel bereikt: oudere werknemers worden eerder ontslagen en nog minder vaak aangenomen.

Maar stel dat oudere werknemers wel langer blijven werken door verhoging van de AOW-leeftijd. Dan nog zullen zij de problemen in de zorg en het onderwijs niet helpen oplossen. Juist in het onderwijs en de zorg is er veel uitval van oudere werknemers omdat zij niet meer bestand zijn tegen de psychische of fysieke stress die het werk in deze sectoren met zich brengt.

Jongeren zullen in een situatie van schaarste aan arbeidskrachten niet te bewegen zijn in deze sectoren met hun relatief lage beloningen te gaan werken. Daarvoor zullen of deze sectoren geprivatiseerd moeten worden (zodat marktconforme lonen en prijzen berekend kunnen worden), of het overheidsbudget moet flink worden opgeschroefd. Donner meent kennelijk dat dergelijke moeilijke keuzes niet gemaakt hoeven te worden. Hij kiest liever voor een schijnmaatregel als verhoging van de AOW-leeftijd.

De auteur is hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de Universiteit van Tilburg. Dit artikel is overgenomen van MeJudice.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer