Kinderen en jongeren dupe van korting AWBZ
Het kabinet heeft de toegangseisen tot de AWBZ aangescherpt. Volgens Aline Saers loopt een grote groep mensen, vooral jongeren, nu de benodigde zorg mis. De gemeenten moeten aan de slag om hier iets aan te doen.
Het kabinet vindt dat te veel mensen gebruikmaken van de AWBZ en besloot eind vorig jaar strengere eisen te stellen aan toegang tot de AWBZ. Alleen mensen met een beperking die een matige of zware vorm van begeleiding nodig hebben, kunnen hierop nog een beroep doen. Mensen met een lichte begeleidingsvraag moeten op zoek naar vervangende hulp in hun omgeving: school, familie, buren of vrienden.Mensen kunnen ook terecht bij de gemeenten. In april zegde staatssecretaris Bussemaker (VWS) de gemeenten hiervoor 127 miljoen euro extra toe. Maar de meeste gemeenten doen weinig tot niets voor mensen die geen beroep meer kunnen doen op de AWBZ. Ze wachten gewoonweg af wie er op hun deur gaat kloppen.
Bovendien blijkt uit onderzoek van bureau Hoeksma, Homans & Menting (HHM), uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS, dat 70 procent van de gemeenten niet van plan is het huidige aanbod van voorzieningen te gaan aanpassen. Vooral gezinnen met kinderen worden hiervan de dupe.
Gemeenten bieden ouderen –om vereenzaming te voorkomen– een scala aan activiteiten aan. Volwassenen die nu geen indicatie meer krijgen worden door veel gemeenten doorverwezen naar deze activiteiten. Dat is niet zoals het zou moeten gaan, maar de behoeftes van ouderen en volwassenen liggen wat dichter bij elkaar.
Individueel
Groot probleem is dat gemeenten geen activiteiten ontwikkelen voor met name kinderen en jongeren met psychische problemen of een verstandelijke of lichamelijke handicap. Veel gezinnen van kinderen die hun begeleiding kwijtraken en geen beroep kunnen doen op hun omgeving of gemeenten zullen hierdoor in de problemen komen en overbelast raken.
Met een indicatie vanuit de AWBZ kochten ouders bijvoorbeeld een begeleider in die met hun kind naar de voetbaltraining ging, zodat hij of zij kon blijven sporten bij de plaatselijke club. Of hun kind ging een dag(deel) per week naar een zorgboerderij, waardoor ouders even tijd hadden voor andere gezinsleden. Of er kwam een begeleider thuis om een kind te leren zelfstandig te worden of juist te leren om in een groep te functioneren.
Dat soort voorzieningen is heel individueel; iets dat veel gemeenten ingewikkeld vinden om te organiseren. Gemeenten richten zich vooral op collectieve activiteiten en voorzieningen. Het enige wat ze bij individuele vragen vaak doen, is mensen doorverwijzen naar de vrijwilligerscentrales. Maar veel vrijwilligersorganisaties kampen met onvoldoende bezetting en kunnen de vraag totaal niet aan.
Het is de verwachting dat door de maatregelen van het kabinet 60.000 mensen geen beroep meer kunnen doen op begeleiding vanuit de AWBZ. Gemeenten zullen nu dus toch echt aan de slag moeten en iets gaan ondernemen voor vooral kinderen, jongeren maar ook voor bijvoorbeeld dertigers. Aanschuiven bij de ouderensoos is voor hen geen optie.
Compensatieplicht
Dat hoeven lang niet altijd individuele voorzieningen te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een soos voor jonge verstandelijk gehandicapten of aan trainingen waar kinderen in een groep leren functioneren en andere sociale vaardigheden aanleren.
En laat gemeenten ook de groep lichtelijk verstandelijk gehandicapten die zelfstandig woont niet vergeten. Nu die mensen geen indicatie meer krijgen voor begeleiding is er niemand die naar hen omkijkt. De WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) is bedoeld om mensen te laten participeren in de samenleving. Sterker nog, de gemeenten hebben de zogenoemde compensatieplicht, die hun opdraagt hun burgers te ondersteunen daar waar nodig. Een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in maart van dit jaar voegt daar nog aan toe dat als een standaardoplossing niet passend is, de gemeente in redelijkheid aan de wensen van de individuele burger tegemoet moet komen.
Dus gemeenten, ga eens serieus aan de slag! En mocht er behoefte zijn aan inspiratie voor oplossingen voor deze mensen, Per Saldo ziet een uitnodiging graag tegemoet.
De auteur is directeur van Per Saldo, belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget.