De geest van Jan Salie en de beeldenstorm
Titel:
”De geest van Jan Salie. Nederland in verval?”
Auteur: Maartje Janse
ISBN 90 6550 458 3
Pagina’s: 96
Prijs: € 9,30 Titel: ”De beeldenstorm”
Auteur: Herman Kaptein
ISBN 90 6550 459 1; 96
Pagina’s: 96
Prijs: € 9,30
Beide uitgave van Verloren, Hilversum, 2002, in de serie Verloren Verleden, nr. 17 en 18
Wat waren het heroïsche jaren! De beeldenstorm maakte een einde aan de paapse afgoderij. Op 1 april verloor Alva bij Brielle zijn bril. Van Alkmaar begon vervolgens de victorie. De hagenpreken stichtten het volk in de ”nye leer”.
Na veel strijd en lijden, door onze martelaars met hun bloed bezegeld, brak de Gouden Eeuw aan. Economische voorspoed ging gepaard met een bloei van de gereformeerde religie. De rechtzinnigheid vierde na de uitbanning van het remonstrantisme hoogtij.
Maar nauwelijks brak het jaar 1700 aan of het was gedaan met Hollands welvaren. De economie raakte aan het kwakkelen. De stoere calvinistische leer werd ingewisseld voor het slappe aftreksel van rede, deugd en braafheid. De regenten raakten geïnfecteerd door de verwijfde Franse mode.
Zo ongeveer zag het beeld van Hollands verleden er in de negentiende eeuw uit. De werkelijkheid was natuurlijk anders geweest. Gebelgd over het verlies aan Oudhollandse zeden en stoerheid, schreef E. J. Potgieter in 1842 het verhaal ”Jan, Jannetje en hun jongste kind”. Het familieverhaal is een parodie op de slappe toestand in het negentiende-eeuwse Nederland. De jongste zoon, Jan Salie, heeft met zijn mentaliteit alle gezinsleden geïnfecteerd.
Met Potgieter heeft de jansaliegeest zijn intrede in de Nederlandse taal gedaan. Nu had hij deze fictieve figuur niet zelf bedacht. Er bestonden reeds Engelse en Duitse pendanten - John Bull en der Deutsche Michel.
Potgieter was een representant van het cultureel nationalisme. Deze liberaal-nationalistische beweging wilde het oude esprit in een nieuw jasje terug. Nederland wás niet achterlijk en hoefde dat ook in de negentiende eeuw niet te zijn. Geschiedenis, heden en toekomst vloeiden ineen tot een samenhangend geheel. Maar het ging natuurlijk vooral om de toekomst, om het scheppen van een nationale identiteit.
De werkelijkheid van de zestiende en de zeventiende eeuw was natuurlijk anders geweest dan Potgieter het voorstelde. Dat blijkt bijvoorbeeld als we de beeldenstorm goed bestuderen. Herman Kaptein schreef er een alleraardigst boekje over in de serie Verloren Verleden.
In dezelfde reeks schreef Maartje Janse een deeltje over de geest van Jan Salie. Het zijn beide mooie boekjes met veel (kleuren)plaatjes en adequate historische beschrijvingen in goed leesbaar Nederlands. Maartje Janse verdient echter op twee kleine puntjes correctie of aanvulling. Dat er in de achttiende eeuw een ”communicatierevolutie” plaatshad, is mij iets te stellig geformuleerd. Ook een eeuw eerder waren de pamfletten al wijdverspreid.
De opmerking van een achttiende-eeuwse dominee die het kerkvolk voorhield dat zij meer hun driften dan het voorschrift van de rede volgden, zou ik niet direct als een verbinding van de bijbelse boodschap met de Verlichtings-gedachte noemen. Daar is meer voor nodig dan alleen het woordje ”rede”.
Niettemin: lees deze boekjes en ontdek dat geschiedenis niet saai is.