Breuklijn
Eind dit jaar zal de definitieve beslissing vallen in het zich al jarenlang voortslepende SoW-proces. Ook elders is sprake van kerkelijke toenadering. Zo zijn al jaren samensprekingen aan de gang in de driehoek christelijk gereformeerd, Nederlands gereformeerd en gereformeerd vrijgemaakt.De verhouding tussen de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden was jarenlang water en vuur. Vandaar dat de goede relatie tussen de Nederlands gereformeerden en de christelijke gereformeerden die hier en daar bestond, eventuele contacten tussen de christelijke gereformeerden en de vrijgemaakten aanzienlijk bemoeilijkte.
Inmiddels is tussen de vrijgemaakten en de vroegere buitenverbanders het ijs gebroken. De vrijgemaakten hebben hun kerkopvatting aanzienlijk verruimd, waardoor er nu meer mogelijkheden zijn voor toenadering. Weliswaar heeft de laatste vrijgemaakte synode weer wat gas terug genomen, maar de situatie is toch anders dan 25 jaar geleden. Toen was een samengaan van GPV en RPF volstrekt onmogelijk.
Die vrijgemaakte heroriëntatie leidde tot nieuwe contacten met de Christelijke Gereformeerde Kerken, contacten die hier en daar tot wederzijdse erkenning en kanselruil hebben geleid. Daarentegen is de samenwerking met de Nederlands gereformeerden door de christelijke gereformeerde synode bevroren. Bij de Nederlands gereformeerden valt duidelijk een opmars van modern-gereformeerde opvattingen te constateren, onder andere ten aanzien van de vrouw in het ambt. De Christelijke Gereformeerde Kerken willen daarin niet meegaan.
Maar bij een deel van de christelijke gereformeerden bestaan evenzeer grote bezwaren tegen de vrijgemaakte gemeentebeschouwing. Eind vorige week kwam een brief naar buiten waarin niet minder dan veertig predikanten uiting gaven aan hun grote zorg over de inhoud van de vrijgemaakte preken.
Weliswaar is in het verleden tussen deputaten van beide kerken overeenstemming bereikt over de toe-eigening van het heil, maar de vraag is of men daar inderdaad hetzelfde mee bedoelde. In het kerkelijk leven (maar niet alleen daar) kunnen gemakkelijk meningsverschillen ontstaan doordat mensen bepaalde punten verschillend formuleren, hoewel ze in de grond van de zaak hetzelfde bedoelen. Maar evenzo kunnen allerlei misverstanden blijven voortleven doordat mensen wel hetzelfde zeggen, maar toch wezenlijk iets anders bedoelen.
Om dat te testen kan men het beste nagaan hoe de zaken in de praktijk van het kerkelijk leven functioneren. Waar wordt in de preken het accent gelegd? Wat wordt beklemtoond en wat wordt verzwegen? Wat niet gezegd wordt, is soms even belangrijk als wat wel gezegd wordt.
Zo is een van de conclusies van het onderzoek dat het stuk der ellende in de vrijgemaakte preken nauwelijks aan de orde komt. Daarnaast is er sprake van een nogal populair taalgebruik dat af en toe zelfs banaal wordt.
Wie de breuklijnen in de gereformeerde gezindte kent, zal zich over deze conclusies niet verbazen. In vrijgemaakte kring (en evenzeer bij de Nederlands gereformeerden) is een gemeentebeschouwing gangbaar waarbij op grond van verbond, doop en avondmaalsgang de gehele gemeente geacht wordt gelovig te zijn. De onderscheidende prediking wordt daar helaas gemist.
Terecht wil een aanzienlijk deel van de christelijke gereformeerden daarin niet meegaan. Wel is het voor hen pijnlijk te moeten constateren dat in een deel van hun eigen kerken het beeld niet wezenlijk anders is.
Vandaar ook de zeer uiteenlopende reacties op de toenadering tot de vrijgemaakten. Waar de een het woord fusie in de mond neemt, wil de ander die boot graag afhouden, omdat er ondanks allerlei verklaringen geen sprake is van geestelijke herkenning.