De zogenoemde cabotagevrijheid blijft alleen bestaan voor de Benelux–landen, omdat België vooral vreesde voor oneerlijke concurrentie uit Oost–Europese landen. Voor andere EU–landen geldt nieuwe Europese regelgeving. Deze staat slechts drie ritten per week in een ander land toe aansluitend op een internationale rit plus een retourvracht.Minister Eurlings vindt de vrijstelling belangrijk voor Nederlandse transportbedrijven, vooral in de grensstreek. Nederlandse vrachtwagens vervoeren relatief veel vracht binnen andere landen.

Eurlings liet in een brief aan de Tweede Kamer weten dat de Europese Commissie geen bezwaar heeft tegen de uitzondering. De Benelux is niet verplicht andere EU–landen te laten profiteren van de onderlinge vrije afspraken.

De verladers– en vervoersorganisaties EVO en TLN zijn blij met de officiële goedkeuring van de commissie. Zij vinden dat het bedrijfsleven wel een steuntje in de rug kan gebruiken in deze economisch zware tijd. Bovendien kan vrije cabotage een bijdrage leveren aan het behalen van de milieudoelen, aldus beide organisaties. Het vermindert namelijk het aantal ritten met lege vrachtwagens en leidt daardoor tot minder files en CO2–uitstoot.