Bidden voor bekering Joden respectloos
Christenen die bidden voor de bekering van de Joden handelen respectloos naar het Joodse volk, vindt Wim Kortenoeven.
In het artikel ”Bidstond voor bekering Joden” (RD van donderdag) brengen de predikanten J. G. van Tilburg en M. van Kooten opvattingen over Joden te berde die de Joods-christelijke betrekkingen beschadigen en het morele en intellectuele gezag van de kerk ondermijnen.Van Tilburg en Van Kooten beogen de Joden tot de protestantse kerk te bekeren en roepen daarbij de hulp in van de Almachtige Zelf. Als zodanig maken zij gebruik van een formuliergebed van hun zeventiende-eeuwse collega Henricus Groenewegen, waarin de Joden collectief als „ellendigste schepsels” worden getypeerd die Jezus zouden hebben „door-stoken.”
Het waren echter niet de Joden die Jezus doorstoken hebben. Dat en al het overige: marteling, ultieme vernedering en kruisiging, hebben enkele Romeinen Jezus aangedaan. Er kwam geen Jood aan te pas.
Het is zowel bizar als gevaarlijk wat Van Tilburg en Van Kooten in het kader van hun bidstond doen. Bizar omdat zij de Schrift negeren waar die de feiten over de kruisiging weergeeft. Gevaarlijk omdat de door Groenewegen gevolgde en uitgedragen (en door Van Tilburg en Van Kooten herhaalde) valse beschuldiging, dat ”de Joden” Jezus vermoord zouden hebben, door de eeuwen heen talloze christenen heeft gemotiveerd om Joden te vervolgen en te vermoorden.
De houding van de predikanten verraadt ook respectloosheid ten opzichte van het Joodse volk. Dat handelt volgens Van Tilburg en Van Kooten nog steeds collectief (en is bijgevolg collectief schuldig) en is als zodanig niet in staat een onderscheid te maken tussen individuele christenen.
Vrije keuze
Het is echter niet de veronderstelde collectieve Joodse afkeer van christenen, „omdat die in hun ogen verantwoordelijk waren voor de Holocaust”, die de bekering van de Joden nog in de weg staat, zoals Van Tilburg beweert. Dat is het gevolg van de vrije keuze die Joden tegenwoordig gelukkig hebben om (a) al dan niet belijdend Joods te zijn of te blijven; (b) helemaal niet over een ”bekering” te willen nadenken (de meeste Joden hebben denkelijk wel wat anders aan hun hoofd).
Het resultaat van deze vrije keuze is blijkbaar niet om christen te worden, maar om Jood te blijven. Het christendom is kennelijk voor het merendeel der Joden niet aantrekkelijker dan het Jodendom.
En áls Joden al zouden worstelen met de vraag of zij wellicht tot de gereformeerde of de hervormde kerk moeten toetreden, is het aannemelijk dat zij worden afgeschrikt door de steeds weer terugkerende belediging dat ”de” Joden Jezus vermoord hebben en dat zij de ellendigste schepsels zijn, die alle christenen negatief bejegenen. Wat dat betreft hebben Van Tilburg en Van Kooten in ieder geval theoretisch bijgedragen aan de door hen geconstateerde ”verharding” van ”de” Joden en aan de mislukking van hun eigen bekeringsproject.
De auteur is als researcher verbonden aan het Centrum voor Informatie en Documentatie Israel (CIDI).