Plasterk botst met Kamer over locatie NHM
DEN HAAG – Een botsing tussen de Kamer en minister Plasterk (OCW) over de locatie van het Nationaal Historisch Museum lijkt onafwendbaar.
Het Nationaal Historisch Museum (NHM) moet naast de John Frostbrug in Arnhem gebouwd worden. De locatie aan de Rijn is „gewoon de mooiste plek.” Dat schreef minister Plasterk van Cultuur maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
Daarmee botst de minister met een Kamermeerderheid, bestaande uit CDA, D66, PVV en SP, die liever zien dat het museum een fysieke binding krijgt met het Openluchtmuseum.Zondag liet CDA-Kamerlid Van Vroonhoven voor de VPRO-radio weten vast te houden aan de ruimte bij het Openluchtmuseum als locatie voor het NHM.
De brief van Plasterk verandert haar opvatting niet. Van Vroonhoven vindt de locatie naast de John Frostbrug geen optie. „In dat geval zijn er twee verliezers, het Nationaal Historisch Museum en het Openluchtmuseum.” Volgens haar is een synergie van beide musea wenselijk, gezien de hoge bezoekersaantallen en de laagdrempeligheid van het Openluchtmuseum, wat een positief effect zal hebben op het Nationaal Historisch Museum.
De positie van het CDA is cruciaal in het debat over de locatie van het museum, dat woensdag in de Kamer gevoerd zal worden.
Plasterk kan in elk geval rekenen op de steun van de VVD, meldde VVD’er Ten Broeke maandag. De opstelling van de VVD is niet verrassend, gegeven het feit dat een prominent VVD-Kamerlid, Nicolaï, voorzitter is van de raad van toezicht van het Nationaal Historisch Museum. De raad van toezicht was unaniem in zijn voorkeur voor de locatie bij de John Frostbrug, wat zwaar woog in de besluitvorming van Plasterk.
Ondanks zijn keuze voor de John Frostbrug stuurt Plasterk aan op een compromis met het Openluchtmuseum. Hij wil dat Openluchtmuseum en Nationaal Historisch Museum intensief gaan samenwerken en in ieder geval een gezamenlijk toegangskaartje ontwikkelen. Ook is de minister bereid tot financiële compensatie als blijkt dat het beide musea concurrerend zouden zijn.