Zijn vrouw, J. S. (eveneens 39), zal 240 uur moeten werken. Zij kreeg daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd.Haar wordt verweten dat zij het jongetje in een hulpeloze toestand heeft gebracht en gelaten door het geen veilige leefomgeving te bieden.

De mishandeling kwam in februari vorig jaar aan het licht, toen J. S. met het jongetje, destijds veertien maanden oud, een huisartsenpost bezocht.

B. stond twee jaar geleden al eens terecht op verdenking van mishandeling van de andere helft van de tweeling. Hij werd toen vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, de zaak tegen zijn vrouw werd geseponeerd.

De kinderen werden tijdelijk in een pleeggezin ondergebracht, maar na een intensieve trai-ning mochten ze weer thuis wonen.

In de twee maanden die volgden werd het kind meermalen zo toegetakeld dat het een misvormde neus en botbreuken alsmede diverse blauwe plekken opliep.

De officier van justitie had tegen B. tweeënhalf en tegen S. anderhalf jaar cel geëist. De openbaar aanklager zei twee weken geleden dat het „een pak van zijn hart” is dat de kinderen opnieuw in het pleeggezin zijn ondergebracht.

Tijdens deze zitting ontkenden ouders met klem. B. zei zich niets meer van de incidenten, volgens hem ongelukken, te herinneren.